Tekst Sandra van Egmond
Foto Inge van Mill
In de media horen en zien we veel over noodopvanglocaties van het COA: tijdelijke opvangvoorzieningen met een soberder voorzieningenniveau. Hoe maak je zo’n niet-ideale locatie toch veilig en leefbaar? ‘Mede met hulp van inwoners van de stad’, zegt Menno Schot, locatiemanager van de Koepel, een voormalige gevangenis in Haarlem. ‘De maatschappelijke initiatieven zijn hier mega.’
In de Koepelhal loopt een asielzoeker met een dweilwagen over de enorme ronde vloer. Alleen aan de zijkant van de hal zijn drie woonlagen met kamers gebouwd. ‘Van de eerste bewoners die in september aankwamen, weigerde een aantal een kamer in te gaan’, vertelt Schot, ‘omdat ze bang waren dat de ‘celdeur’ niet meer open zou gaan. Maar na een paar dagen noemden sommigen het hier een beetje grappend een vijfsterrenhotel.’ Een hotel zou Schot de Koepel zelf niet willen noemen. Sterker nog, in de tijd dat er nog niet zoveel asielzoekers Nederland binnenkwamen, zou het COA deze locatie vanwege de uitstraling hebben afgekeurd. Het is overigens ook niet goedkoop; zo’n koepel stook je niet zomaar warm. Maar sinds de zomer van 2015 ziet de wereld er anders uit. Schot: ‘Het COA heeft continu extra bedden nodig en hier stonden er vierhonderd klaar.’
Beveiliger op elke hoek
Bij de doucheruimtes in de vrouwenvleugel zit een beveiliger. ‘Zij houdt in de gaten of er geen mannen binnenlopen’, zegt Schot. ‘De Koepel is als opvanglocatie niet ideaal, maar zeker wel veilig en leefbaar. Omdat er geen akoestisch brandalarm is, lopen hier veel beveiligers rond die bij brand snel kunnen ontruimen.’ Ook goed voor de beheersbaarheid, zo’n beveiliger op elke hoek. Zijn medewerkers noemen het hier wel eens lachend ‘saai’. Afgezien van wat ruzietjes om geld zijn er bijna geen incidenten. Dat bijna iedereen een eenpersoonskamer heeft, en dus relatief veel privacy, draagt daar zeker aan bij. Geen last van de stinksokken of het nachtbraken van je buurman. Ook de frequente kamerbezoeken zijn volgens Schot goed voor de leefbaarheid. ‘We kijken of mensen niet stiekem roken of koken op hun kamer, maar vragen ook hoe het met ze gaat. Hebben ze bijvoorbeeld een goede dagstructuur?’
Niemandsland
Schot laat een van de voormalige isoleercellen zien die vol ligt met zakken kleding. ‘Ondanks de Welkom Winkel in Haarlem, krijgen bewoners toch vaak rechtstreeks spullen van mensen uit de stad.’ De bewoners zijn volgens hem volledig afhankelijk van anderen. Ze moeten op bepaalde tijden hun maaltijden ophalen en kunnen niet zelf koken. Elk zeepje of maandverbandje moeten ze aan het COA vragen. Dat gebrek aan autonomie vindt Schot het grootste probleem: ‘De mensen die hier wonen wachten op toelating tot de asielprocedure en zitten in een juridisch niemandsland. Inmiddels is de wachttijd zodanig toegenomen dat asielzoekers hier vier à vijf maanden zitten. Al die tijd hebben ze geen recht op financiële verstrekkingen en mogen ze geen arbeidsovereenkomst afsluiten.’
Activiteitenzaaltjes
In de eetzaal van de Koepel staan de karren met broden al klaar. Schot vertelt dat hij de eetzaal en recreatiezaal als eerste heeft ingericht, zodat bewoners in ieder geval samen konden eten of tv kijken. ‘Uit je kamer gaan en iets te doen hebben, is voor het welzijn van deze mensen zo belangrijk. Daarom zijn vrijwilligers ook snel gestart met lessen basaal Nederlands en conversatielessen, in het begin zelfs op de stoep. Daarnaast bieden COA-medewerkers een oriëntatietraining aan, die bewoners wegwijs maakt in de Nederlandse maatschappij.’ Het voordeel van de voormalige gevangenis zijn de vele zaaltjes waar van alles te organiseren is. Schot laat de leslokalen zien, de studiezaal, recreatiezaal en sportzaal. In de vrouwenruimte zijn een paar dames in de weer. Het ruikt er naar vers gemaakte salade. Schot: ‘Het is belangrijk dat asielzoekers hier zoveel mogelijk dingen doen die wél mogelijk zijn.’
Hulp van de stad
Te midden van alle zaaltjes staat het activiteitenbord van burgerinitiatief ‘Hotel de Koepel’. Volgens Schot zijn er volop maatschappelijke initiatieven in Haarlem en mede daardoor gaat het in de noodopvang zo goed. De inwoners van Haarlem organiseren van alles op gebied van cultuur, vrijetijdsbesteding, educatie en sport. In de Koepel, maar ook in de stad. ‘De vrijwilligers lossen veel op voor het COA’, aldus Schot. ‘Bewoners kunnen tijdens de conversatieles of bij hun taalmaatje hun hart luchten, waardoor ontevredenheid meteen wordt weggenomen.’ Hij ziet nieuwe bewoners soms eerst fel protesteren tegen het eten en de lange wachttijden, maar zodra ze meedoen aan de activiteiten gaat het beter. “Als je mensen serieus neemt, gaan zij ook serieus om met hun leefomgeving. Dan koken ze niet stiekem op hun kamer, gaan ze op tijd naar bed en lopen ze rustig door de buurt.’
Hotel de Koepel won in 2015 de Participatieprijs Haarlem. De prijs gaat jaarlijks naar een groep Haarlemmers met het meest aansprekende project of initiatief in de stad ter bevordering van een open en tolerante samenleving. Kijk op Vluchtelingenhaarlem.nl en Facebook.