Tekst Heleen Grimmius
Foto AFP/ANP
Bij jihadisme gaat het niet alleen om buitenlandse strijders, ook strijders met een Nederlands paspoort sluiten zich soms aan bij een terroristische organisatie. Onlangs werd van vier jihadisten het Nederlanderschap ingetrokken. Suzanne Schmeink, adviseur Nationale Veiligheid bij de IND: “Het doel van intrekking is bescherming van de nationale veiligheid, het is niet bedoeld als extra straf.”
Het intrekken van het Nederlanderschap in de strijd tegen terrorisme is geen nieuwe maatregel. De mogelijkheid bestond al langer, maar kon alleen worden toegepast bij mensen die in Nederland onherroepelijk waren veroordeeld voor een terroristisch misdrijf. Een nieuw wetsartikel maakt het sinds maart dit jaar mogelijk om ook het Nederlanderschap in te trekken van personen die in het buitenland verblijven en die een bedreiging voor de nationale veiligheid vormen, omdat ze zich hebben aangesloten bij een terroristische strijdgroep. Schmeink: “In zulke gevallen is de bedreiging voor de nationale veiligheid voldoende, iemand hoeft niet eerst onherroepelijk te zijn veroordeeld.”
Zware maatregel
Toch is intrekking van het Nederlanderschap geen gemakkelijke beslissing, legt Schmeink uit: “Het is een zware maatregel die grote gevolgen heeft. Zo verlies je niet alleen de Nederlandse nationaliteit, maar daarmee ook het EU-burgerschap en alle privileges die daarmee gepaard gaan. Bovendien wordt iemand na intrekking van het Nederlanderschap ook tot ongewenst vreemdeling verklaard, waarmee zelfs (kort) verblijf in Nederland strafbaar wordt. Met deze maatregel wordt bovendien de toegang tot het Schengengebied ontzegd.”
Strenge voorwaarden
Vanwege die impact zijn er strenge voorwaarden verbonden aan intrekking van het Nederlanderschap. Daarbij wordt onderscheid gemaakt of iemand in Nederland verblijft of buiten Nederland. “Als deze persoon buiten Nederland verblijft, moet hij of zij een bedreiging voor de nationale veiligheid vormen, minimaal zestien jaar zijn en aangesloten zijn bij een terroristische organisatie zoals Al Qa’ida of Islamitische Staat”, somt Schmeink op. “Maar daarnaast moet diegene ook een dubbele nationaliteit hebben, het is namelijk verboden om iemand staatloos te maken. Dat betekent dat als deze persoon alleen de Nederlandse nationaliteit heeft, die niet ingetrokken kan worden. Pas als iemand behalve de Nederlandse nog een andere nationaliteit heeft, kun je de Nederlandse intrekken.”
Werkster
Aan de beslissing om iemands nationaliteit in te trekken, gaat dan ook een heel traject vooraf. Schmeink: “Dat begint met vragen als: wat heeft iemand nou echt gedaan? Waaruit blijkt dat hij zich heeft aangesloten bij een terroristische organisatie? Is er gevaar voor de nationale veiligheid? Wat was zijn rol? Deze vragen worden in samenhang bezien. Bij strijders die daadwerkelijk zelf geweld gebruikt hebben, is dat natuurlijk duidelijk. Maar er zijn ook mensen die zeggen: ‘Ik heb niks gedaan, ik was alleen maar de werkster’. Toch houdt die redenering geen stand; ook door als hulp in de huishouding te werken voor een terroristische organisatie, zorg je ervoor dat die kan blijven functioneren. Door jouw werk, kunnen zij hun werk doen en daarmee faciliteer je terrorisme.”
Verzachtende factoren
Aan de andere kant kunnen er ook factoren worden meegewogen die verzachtend zijn. Schmeink: “Is er sprake van minderjarigheid of maakt iemand een volwassen, weloverwogen keuze? Dat weegt allemaal mee in zo’n beslissing. Maar ook bijzondere persoonlijke omstandigheden kunnen een rol spelen: wat ga je doen met iemand die ernstig ziek is? We hebben dit nog niet meegemaakt, maar het kan gebeuren en dan moet je daar rekening mee houden. Het doel dat we bij intrekking voor ogen hebben, is bescherming van de nationale veiligheid, het is niet bedoeld als extra straf.”
Rechterlijke toets
Vóór de invoering van de nieuwe wetgeving, kon het Nederlanderschap alleen worden ingetrokken na een onherroepelijke veroordeling wegens een terroristische misdrijf door een Nederlandse rechter.
Onder de nieuwe wetgeving is het ook mogelijk om de Nederlandse nationaliteit in te trekken van personen die in het buitenland verblijven en die een bedreiging voor de nationale veiligheid vormen, omdat ze zich hebben aangesloten bij een terroristische strijdgroep. Schmeink: “De vier gevallen die onlangs in het nieuws waren, betroffen allemaal mensen die in Nederland bij verstek veroordeeld zijn. Daarnaast heeft de AIVD de mogelijkheid om een individueel ambtsbericht op te stellen; dat is een rapport over één specifiek persoon. Als uit zo’n ambtsbericht blijkt dat iemand actief is (geweest) bij een terroristische organisatie en een gevaar voor de nationale veiligheid vormt, kunnen we ook de nationaliteit intrekken.” In alle situaties geldt dat het Nederlanderschap alleen kan worden ingetrokken als er sprake is van een dubbele nationaliteit.
Als de Nederlandse nationaliteit eenmaal is ingetrokken, kan iemand daartegen in beroep gaan. Maar bij mensen die in het buitenland verblijven, is de kans aanwezig dat diegene zelf niet weet dat zijn nationaliteit is ingetrokken. “Daarom wordt in die gevallen ambtshalve beroep ingesteld”, legt Schmeink uit. “Dat betekent dat het beroep automatisch ingesteld wordt, ook als mensen zichzelf niet melden. In de praktijk wordt iedere intrekking dus altijd getoetst door de rechter.”