Tekst Heleen Grimmius
Foto Inge van Mill
Wat begon als een idyllische opvang in de bossen, groeide op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis uit tot een goed geoliede machine waar 800 vreemdelingen verbleven. Locatiemanager Aaldrik Hooiveld van het COA en Stef Jansen, operationeel manager bij de IND, waren vanaf het eerste uur aanwezig in Veenhuizen. Samen blikken ze terug.
Precies vier jaar na de opening, sluit het COA in mei de deuren van de locatie in Veenhuizen. De IND, ook vanaf het begin aanwezig, is al op 1 februari vertrokken. Jansen: "De afgelopen twee jaar hebben we hier alleen nog aanvragen van nareizende gezinsleden van statushouders behandeld. Die aanvragen worden nu weer in Ter Apel verwerkt. Natuurlijk houden we er rekening mee dat nog niet iedereen van die wijziging op de hoogte is: voor nareizigers die zich nog melden in Veenhuizen, wordt vervoer naar Ter Apel geregeld. Maar het loopt hier niet storm gelukkig."
Aan de slag
Dat was vier jaar geleden wel anders. "Ik vierde mijn verjaardagsfeestje op 4 mei 2014", herinnert Hooiveld zich. "Daar werd ik benaderd door een oud-collega: of ik zin had in een klus in Veenhuizen? Ik zat net zonder werk en had al werkervaring bij het COA en bij Justitie, dus ik zei ja. ‘Volgens mij pas jij daar wel’, zei mijn collega nog en hij heeft gelijk gekregen. Twee dagen later stond ik in Veenhuizen en kon ik meteen aan de slag. Dat was ook hard nodig, want nog eens twee dagen later arriveerden de eerste 80 bewoners. Dat waren vooral Eritreeërs, waar we in dat voorjaar ineens een flinke piek van zagen."
Voetbalveld vol tenten
Hooiveld startte op een vrijwel uitgestorven terrein. Met een weids armgebaar: "Daarachter zat de GGZ; die bestuurden een halfopen instelling voor veroordeelden met een beperking. Verder liep er nog wat justitiepersoneel van voormalig gevangenis Groot Bankenbosch, maar alles bij elkaar was het maar een klein groepje." Met de komst van het COA veranderde dat snel. Steeds meer panden op het terrein werden klaargemaakt voor gebruik door het COA en steeds meer bewoners namen er hun intrek. Hooiveld: "Het was het begin van de hoge asielinstroom. Een jaar nadat we begonnen waren op een leeg terrein, zat alles vol. Die zomer heb ik de helft van het voetbalveld vol met tenten gebouwd; daarin konden we 240 bedden kwijt. In het registratiesysteem van het COA heetten die plekken ‘Hooi 1’ of Hooi 2’; ze werden naar mij vernoemd omdat ik de tenten had geplaatst. Die tenten zijn uiteindelijk tot maart 2016 gebruikt."
‘Klein Ter Apel’
"Ook voor de IND was het hard werken tijdens de hoge asielinstroom", herinnert Jansen zich. "In Ter Apel was het zo druk, dat we Veenhuizen gebruikten als overlooplocatie. Ik ben daar toen gestart met een project dat zich bezighield met de behandeling van asielaanvragen van Eritreeërs, die toen een groot deel van de populatie vormden. In 2015 volgde de aanmeldbalie en toen in dat jaar ook AVIM zich in Veenhuizen vestigde, hadden we voor wat betreft het aanmeldproces echt een ‘klein Ter Apel’ gebouwd."
Meubilair lenen
Veenhuizen bleek een goed geoliede machine die ook door bewoners werd gewaardeerd. "We hebben hier nooit gedoe gehad", zegt Hooiveld. "De locatie heeft de sfeer van een vakantiepark en we merkten dat bewoners hier echt tot rust kwamen, vooral tijdens de periode van de hoge asielinstroom. Het was hard werken om alles in zo’n korte tijd te regelen, maar dat is wel heel goed gelukt." Jansen: "In hectiek is het goed samenwerken. Er was geen tijd voor lange verkenningen, er moest gelijk gehandeld worden. We leenden elkaars meubilair en ontwikkelden een workaround waardoor wij met onze computers konden inloggen op het netwerk van het COA. Maar ook moest er bijvoorbeeld beveiliging worden aangetrokken. Dat moest natuurlijk meteen geregeld worden, dus hebben we dat pas achteraf administratief verwerkt, dat bleek nog wel even een dingetje, haha."
"Tja, we moesten nou eenmaal sneller dan het systeem; dan is het noodzakelijk om snel met elkaar op één lijn te komen", vult Hooiveld aan. "Maar als Stef en ik samenwerken, is het in twee weken geregeld. We weten elkaar goed te vinden en vertrouwen elkaar. Wat dat betreft is onze samenwerking een schoolvoorbeeld voor de GVL’s (gemeenschappelijke vreemdelingenlocaties, zie kader) die de komende jaren gebouwd gaan worden."
Pensioen
In 2016 daalde de asielinstroom even hard als die op gang was gekomen. Jansen: "In het voorjaar was er ineens geen enkele bewoner meer. Als IND zijn we toen in Veenhuizen begonnen met het behandelen van nareizende gezinsleden. Die doelgroep zorgde weer voor nieuwe bewoners." Nu ook nareizigers weer terecht kunnen in Ter Apel, zit het er voor de medewerkers in Veenhuizen bijna op. Hooiveld: "Vandaag vertrekken de allerlaatste bewoners. De komende twee maanden gebruiken we om de boel af te ronden en over te dragen. Dan is het hier weer net zo leeg als toen ik het aantrof. Als we gaan sluiten, heb ik hier precies vier jaar gewerkt. Het was mijn laatste baan, ik ga met pensioen. Zo is de cirkel weer rond."
Gemeenschappelijke Vreemdelingenlocatie (GVL)
In het regeerakkoord is de ambitie neergelegd om een flexibel asielsysteem in te richten, zodat Nederland blijvend flexibel kan reageren op schommelingen in de opvang en/of samenstelling van de asielinstroom. Onderdeel van dat flexibele asielstelsel is de inrichting van gemeenschappelijke vreemdelingenlocaties (GVL’s). Op een beperkt aantal plaatsen in het land komen centra waar IND, COA en DT&V onder één dak nauw samenwerken bij toelating, opvang en terugkeer. Op dit moment is er een GVL in Ter Apel, naar verwachting worden er de komende jaren nog twee GVL’s gerealiseerd.