Tekst Sandra van Egmond
Foto Kick Smeets
Woonbegeleider Maartje Frenken ging na een heftige periode ‘low profile’ aan het werk in het magazijn van azc Budel-Cranendonck. Dat magazijn werd al snel hét verzamelpunt voor bewoners die vrijwilligerswerk wilden doen op de locatie. Maartje zag niet alleen zichzelf, maar ook zo’n 150 bewoners opbloeien.
“Elke werkdag stroomt ‘de kantine’ bij het magazijn om half tien vol. Alle bewoners die vrijwilligerswerk gaan doen, zitten dan gezellig met elkaar te praten. Het is super multiculti en iedereen heeft aandacht voor elkaar. Bewoners Merdeth en Helen zorgen altijd voor koffie en thee. Vaak doen we ook iets leerzaams. Gisteren heb ik ze de klok laten lezen in het Nederlands. Soms verzorgt Antonio uit Nicaragua een warming-up. Dan knallen we de muziek aan en krijgen we een ‘dance workout’ in het magazijn.”
Initiatieven super welkom
“Stipt om tien uur gaat iedereen aan de slag. Bewoners helpen mee in de groenvoorziening en schoonmaak, organiseren kinderactiviteiten en muzieklessen, runnen de kledingwinkel of de bieb. Er is ook iemand die een reduceringplan maakt voor het magazijn: hoe gaan we efficiënter om met de voorraad linnen en verzorgingsproducten voor bewoners van onze locatie. Het geheim is dat bewoners veel vertrouwen en vrijheid krijgen om hun talenten te benutten. Initiatieven zijn super welkom. Het nieuwste idee is mantelzorg voor medebewoners die hulp nodig hebben.”
Reden om op te staan
“Het is goed dat bewoners actief zijn en niet de hele dag op hun kamer zitten en tv kijken. Dat heb ik door een heftige periode op het werk zelf ook ervaren. Eind vorig jaar waren er op onze locatie veel incidenten met overlastgevers. Opeens trok ik dat niet meer, ik had geen energie meer in mijn lijf. Ik heb toen twee maanden thuis gezeten en kwam mijn bed bijna niet meer uit. Totdat mijn ouders zeiden: Maartje, je komt elke dag bij ons ontbijten. Daardoor had ik een reden om op te staan en kreeg ik weer structuur. Voorzichtig ging ik weer een paar uur per dag aan het werk.”
Iedereen bloeit op
“Al voor die heftige periode dacht ik samen met collega’s na over het opzetten van vrijwilligerswerk op de locatie. Tijdens mijn afwezigheid zijn zij met de eerste groep bewoners gestart. In februari ging ik re-integreren en startte ik ‘low profile’ als woonbegeleider bij hen in het magazijn. Er waren toen twintig bewoners die alleen magazijnwerkzaamheden deden en vuil prikten op het terrein. Maar er kwamen wekelijks nieuwe mensen bij die klussen wilden doen. Ik zag al die mensen opbloeien, doordat ze weer een doel hadden in hun leven. Tegelijkertijd kreeg ik zelf ook steeds meer energie.”
De kantine runnen
“Een van de bewoners die ik zag opbloeien, was Merdeth uit Iran. Merdeth gebruikte elke dag medicijnen om te kunnen slapen en zat slecht in zijn vel. Hij had geen vrienden op de locatie. Wachten en tijd hebben, was zijn grootste vijand. Toen hij hier met vrijwilligerswerk begon, had hij met iedereen ruzie. Totdat we hem de verantwoordelijkheid gaven om de kantine te runnen. Dat heeft zijn leven veranderd. Hij heeft weer structuur en een doel in zijn leven en gebruikt geen medicijnen meer. Inmiddels verzorgt hij niet meer alleen de koffie en thee, maar begeleidt hij ook andere bewoners die hier down binnenkomen.”
Integratie in Nederland
“Bewoners zitten door vrijwilligerswerk niet alleen beter in vel, maar werken ook aan hun integratie. Wij leren hen de Nederlandse omgangsvormen, zoals op tijd komen, anderen een hand geven en jezelf voorstellen, niet discrimineren. Eigenlijk bereiden we bewoners voor op vrijwilligerswerk buiten de locatie. Dat is de volgende stap. Wij kijken samen met VluchtelingenWerk welke externe vacatures er zijn en vragen of bewoners interesse hebben. Zo krijgen zij weer nieuwe kansen. Het zou toch leuk zijn als Merdeth binnenkort bijvoorbeeld koffie en thee gaat schenken in een bejaardentehuis?”
Aandacht voor elkaar
“Het is mooi wat het vrijwilligerswerk op de locatie doet met bewoners zoals Merdeth, maar ook met mijzelf. Het is nu bijna een jaar geleden dat ik een tijdje thuiszat en het gaat harstikke goed. In het magazijn heeft iedereen aandacht voor elkaar. We vragen aan elkaar hoe het gaat en vieren alle verjaardagen. Als Merdeth binnenkomt en ziet dat ik een slechte dag heb, komt hij meteen naar me toe. En andersom ook. We zijn allemaal onderdeel van een team en voelen ons ergens verantwoordelijk voor. Mensen zeggen vaak tegen me: dit is precies wat ik nodig had, ik voel me weer mens.”