Tekst Heleen Grimmius
Foto Mediatheek Rijksoverheid

Door de zogeheten Afsluitingsregeling hebben 569 asielkinderen die al lang in Nederland verbleven, alsnog een verblijfsvergunning gekregen. Ook 502 volwassen familieleden van deze kinderen mogen blijven. Dat schrijft staatssecretaris Broekers-Knol in een brief aan de Tweede Kamer.

Voor de Afsluitingsregeling, beter bekend als het kinderpardon, dienden ruim 1100 kinderen een aanvraag in. De regeling viel uiteen in twee groepen: de eerste groep betrof kinderen en hun gezinnen die eerder een beroep hebben gedaan op de vorige regeling, maar die werden afgewezen op grond van het ‘meewerkcriterium’. Dat hield in dat de vreemdeling moest hebben meegewerkt aan zijn vertrek. Die voorwaarde is in de Afsluitingsregeling vervangen door het ‘beschikbaarheidscriterium’. Daarmee bedoelen we dat de vreemdeling tijdens zijn verblijf beschikbaar moet zijn geweest voor vertrek.
De tweede groep betrof mensen die niet eerder een aanvraag voor het kinderpardon hebben ingediend, maar die daar door de versoepelde regels nu wellicht wel voor in aanmerking kwamen.

Ervaren medewerkers

Joël Schoneveld is als projectleider bij de IND verbonden aan de afhandeling van het kinderpardon. “Dat de Afsluitingsregeling er kwam, was een politiek besluit”, vertelt hij. “We wisten niet hoeveel kinderen een aanvraag zouden indienen, maar we wilden hen wel snel duidelijkheid kunnen geven. Onze wens was om voor het einde van het jaar alle aanvragen behandeld te hebben. Om dat te kunnen halen, hebben we meteen een projectteam opgericht dat zich hier volledig aan kon wijden. Dat team bestaat uit medewerkers van verschillende afdelingen, maar ze zijn wel allemaal ervaren medewerkers.” Bij de uitvoering van de Afsluitingsregeling is nauw samengewerkt met andere partijen in de vreemdelingenketen. “Vooral met het COA, de DT&V en de Directie Migratiebeleid”, vertelt Schoneveld. “Van het COA ontvingen we lijsten van kinderen die in hun opvang zaten en ook de DT&V gaf aan ons door wie er bij hen in beeld waren. Elke maand kwamen we bij elkaar om af te stemmen.”

Twee weken

Het eerste dat er moest gebeuren, was het vastleggen van beleidsregels. “De eerste twee weken van de regeling hebben we daaraan besteed, samen met de Directie Migratiebeleid”, blikt Schoneveld terug. “Omdat we niet alleen een herbeoordeling van oude zaken doorvoerden, maar vreemdelingen ook de kans gaven om een nieuwe aanvraag in te dienen, moest daar ook een mogelijkheid voor worden opengesteld. Dat werden uiteindelijk de laatste twee weken van februari. Zo wisten we in maart om hoeveel aanvragen het in totaal ging.”

Kansrijke aanvragen

In totaal kwamen 263 kinderen automatisch in aanmerking voor een herbeoordeling. Daarvan hebben er 235 een verblijfsvergunning gekregen. Daarnaast hebben zich nog 837 kinderen gemeld die niet automatisch voor deze regeling in aanmerking kwamen. Uit deze groep hebben 334 kinderen een vergunning gekregen. Schoneveld: “We zijn eerst met de herbeoordelingen aan de slag gegaan. Die waren over het algemeen kansrijk: van die groep kwam zo’n 90% in aanmerking voor een vergunning. Bij de nieuwe aanvragen lag dat percentage rond de 50%. De afwijzingen komen deels doordat kinderen nog geen asielaanvraag hadden lopen. Ook was er een groep kinderen die niet tenminste al vijf jaar na de asielaanvraag in Nederland was of waarvan de aanvraag niet vijf jaar voor hun 18e levensjaar was ingediend. Verder was er een aantal keer sprake van identiteitsfraude, gevaar voor de openbare orde of was er al een verblijfsvergunning op een andere grond verleend.”

Kinderpardon

Grensgevallen

Hoewel de criteria voor de vergunning duidelijk zijn, blijft het volgens Schoneveld altijd een lastige kwestie. “Het gaat soms om kinderen die soms al heel lang in Nederland zijn, maar die desondanks toch niet in aanmerking komen”, legt hij uit. “Hoe de regels ook zijn, er moet altijd ergens een grens getrokken worden. Juist die grensgevallen maken het moeilijk. Maar over de hele linie genomen, zijn er veel aanvragen ingewilligd.” Hoewel het project nu is afgerond, blijft het team nog even van kracht. Schoneveld: “We gaan in iets kleiner verband verder met het afhandelen van bezwaarschriften die tegen deze beslissingen worden ingediend. Die willen we in het komende halfjaar behandelen. Daarna is het project echt helemaal klaar.”