Tekst Sandra van Egmond
Foto Kick Smeets

De Congolese Matendo Makoti (40) kwam in 2011 als hervestigde vluchteling naar Nederland. Het COA had hem in het vluchtelingenkamp voorbereid op zijn komst naar Nederland en verwelkomde hem een half jaar later op Schiphol. Een paar jaar later zorgde Matendo op het vliegveld zelf voor een warm welkom.

“Matendo, je naam staat op het bord!’ riep een vriend op een vrijdag in het vluchtelingenkamp in Kenia. Op dat bord schreef de VN-Vluchtelingenorganisatie wie post kon ophalen op kantoor. Vreemd, dacht ik, want ik verwachtte geen post. De maandag daarna las ik in de brief dat we waren geselecteerd voor hervestiging in Nederland. Ik was zo blij! Ik vertelde het natuurlijk eerst aan mijn vrouw - die ik in het kamp had ontmoet - en ging daarna informatie googelen over Nederland. In Congo had ik op de middelbare school een docent die veel over Nederland wist. Hij vertelde over Amsterdam, provincies, koeien. Ik dacht toen dat je in Nederland overal op straat uit een kraantje melk kon drinken.”

Levensgevaar

“In Congo studeerde ik rechten aan de universiteit in Bukavu. In 2004 vonden in de stad hevige gevechten plaats. Een groep rebellen streed tegen de Congolese regering en bezette de stad. Na de bezetting werden mensen die niet hadden meegewerkt gezien als radicalisten. Ik was een van hen, en daardoor liep ik gevaar. Ik besloot de stad te verlaten en ging naar mijn geboortedorp. Hier werd ik door een andere groep rebellen aangevallen, mishandeld en raakte ik gewond. Wonder boven wonder hielp iemand mij vluchten naar kennissen in een dorp ver weg. Na vier maanden besloot ik het land uit te gaan, want er was geen weg terug. Via Rwanda en Oeganda kwam ik in 2005 in Kenia terecht.”      

Ambities

“De aankomst in het vluchtelingenkamp Kakuma in de woestijn van Kenia was heftig. Het was daar bloedheet. Een kennis uit mijn geboortedorp woonde daar al tien jaar en zei: ‘Welkom Matendo, het is hier hard werken, maar je vindt je weg wel.’ Daar sta je dan als 25-jarige, vol ambities en dromen. Ik wilde studeren, rechter worden. De eerste maanden was ik depressief. Maar ik geloof in God en een stem in mijn hoofd zei: doe je best, gebruik de kansen die je ziet. Ik besloot Engels te gaan leren, deed elke cursus in het kamp die er was en haalde mijn B2-diploma. Daarna werkte ik als community health worker en tolk voor verschillende internationale organisaties en was ik dominee in een kerk in het kamp.”

Onveilig

“Maar ook in het vluchtelingenkamp werd ik ’s nachts aangevallen door gewapende mannen en bekogeld met stenen. Ik liep gevaar, omdat mensen dachten dat ik geld had. Mijn situatie was zo kritisch dat de VN-Vluchtelingenorganisatie mij voordroeg als hervestigingskandidaat. Ik had eerst gesprekken met de Amerikaanse ambassade, maar omdat ik goed Engels sprak, geloofden ze niet dat ik uit Congo kwam. Er werd geen nader onderzoek gedaan en ik werd afgewezen. Ik kreeg een tweede kans bij de Nederlandse ambassade en had gesprekken met de IND en het COA. We hadden geluk: ik, mijn vrouw en ons zoontje werden geselecteerd voor hervestiging!”

Goedemorgen

“Ik volgde samen met mijn vrouw en andere Congolese hervestigers in het kamp de Culturele Oriëntatie-training van het COA. Daarin werden we voorbereid op het leven in Nederland. ‘Goedemorgen’, leerden we zeggen, en ‘dankjewel’. Ook leerden we van alles over de Nederlandse samenleving: de grondwet, het onderwijs, omgangsvormen. Dat je bijvoorbeeld in Nederland nooit een tweede koekje mag pakken zonder toestemming. Dat vonden wij heel gek en grappig. Ik wilde heel veel weten en ze hadden ook niet overal antwoord op. ‘Dat noteren we en zoeken we op’, zeiden de trainers dan. Ik was nieuwsgierig naar de cultuur en de kansen in Nederland.”

Schiphol

“Het COA regelde dat wij in het dorpje Stiens in de gemeente Leeuwarden een huis kregen, en daar wonen we nu nog steeds. Eind september 2011 vlogen we met de hele groep hervestigers naar Nederland. De aankomst op Schiphol was een bijzonder moment. Iedereen was zo blij. We werden ontvangen door de COA-trainers en iemand van IOM. We hadden op hun advies dikke winterjassen aan, maar het was helemaal niet koud. Dat zag er vast grappig uit, want iedereen keek naar ons. Ze brachten ons naar een hotel in de buurt en daarna gingen we naar AVIM en IND voor identificatie en om onze verblijfsvergunning in ontvangst te nemen.”

Bloemen

“De volgende dag reisden we met de hele groep naar Friesland. In Menaldum hadden we een lunch met het COA, VluchtelingenWerk Nederland en alle burgemeesters van de gemeenten waar we gingen wonen. Iedereen vertrok daarna met zijn contactpersoon van VluchtelingenWerk naar zijn nieuwe dorp. Bij ons huis kregen we een bos bloemen van de kerk en van de buren. Ik kon meteen een beetje Engels met ze praten. Eén buurman stond vanachter zijn gordijn naar ons te kijken, die was helaas niet zo blij met onze komst. Gelukkig was verder iedereen vriendelijk. De aankomst in Nederland voelde als een warm welkom, waardoor onze zorgen en angsten afnamen.”

Mentor

“Heel bijzonder was dat ik een paar jaar later zelf op Schiphol stond om een nieuwe groep Congolezen te verwelkomen. Het COA had mij gebeld over een nieuw project waarin ze mentoren met verschillende nationaliteiten wilden inzetten voor hervestigers. Of ik mee wilde doen. Het doel was andere hervestigers vertellen over mijn integratie in Nederland. Ik maakte hiervoor korte filmpjes in het Swahili die het COA nog steeds gebruikt tijdens de Culturele Oriëntatie-training. Bijvoorbeeld over het openbaar vervoer, de supermarkt, de school van mijn kinderen. Het is gewoon erg prettig en geruststellend om dit soort informatie van een landgenoot te krijgen en in je eigen taal.”

Integratie

“Ik kan wel zeggen dat mijn vrouw en ik inmiddels goed geïntegreerd zijn in Nederland. We hebben veel contact met mensen in de buurt. Ik heb vrijwilligerswerk en betaald werk bij VluchtelingenWerk Nederland gedaan en een versnelde mbo-opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening gevolgd. Aan het eind van mijn opleiding vond ik een stageplek bij het COA in azc Burgum en daarna solliciteerde ik bij verschillende azc’s. In 2017 begon ik als woonbegeleider in azc Sneek. Ik was toen vijf jaar in Nederland. Nu heb ik een vast contract en ben ik bijna klaar met de hbo-opleiding Social Work. Het gaat goed, maar het is ook best pittig. Naast mijn werk en opleiding, heb ik ook nog vijf kinderen en ben ik dominee in de kerk.” 

Congo

“We zijn al die jaren nooit meer in Congo geweest. Gelukkig hebben we wel contact met onze familie. Mijn moeder en schoonvader zijn overleden, maar mijn vader leeft nog. In 2015 kon ik met een reisdocument voor vreemdelingen naar Rwanda en hebben we op de grens bij Congo mijn vader, broers, zussen en schoonmoeder ontmoet. Dat was mooi. Ik had mijn familie elf jaar niet gezien! Het blijft gek dat we niet zomaar naar Congo kunnen. Vrienden zeggen vaak ‘Matendo, boek twee weken een hotel en pak het vliegtuig’, maar zo simpel ligt dat niet. Daar hebben we eerst een Nederlands paspoort voor nodig. Gelukkig voelen we ons thuis in Nederland. Hier is onze toekomst.”

Hervestiging vluchtelingen

Nederland nodigt jaarlijks rond de 500 vluchtelingen uit om zich in ons land te vestigen. Het COA neemt deel aan de selectiemissies. In de Culturele Oriëntatie-training bereiden we de vluchtelingen voor op het leven in Nederland. We koppelen hen aan een gemeente voor een huis. En we begeleiden hen de eerste 48 uur in ons land. Lees hier meer over hervestiging.