Foto Mediatheek
Lastig. Moeilijk. Ingewikkeld. Bij de IND liggen soms dossiers waarbij een beslissing onmogelijk lijkt. Omdat een zaak niet in het beleid past. Of omdat de hoor- en beslismedewerker er buikpijn van krijgt. Om te voorkomen dat deze zaken maanden of jaren voortslepen, zijn er sinds april 2021 de zogeheten knopendoorhakteams (KDT).
Joël Schoneveld is waarnemend directeur Asiel & Bescherming bij de IND. Hij vertelt: “Ik heb de knopendoorhakteams opgericht omdat ik de afgelopen twee jaar bij de taskforce veel zaken zag die bleven liggen omdat ze te complex waren. Medewerkers bleven extra onderzoek doen, ze bleven twijfelen. Er werden simpelweg geen knopen doorgehakt. Toen dacht ik: we hebben iets extra’s nodig om tot een besluit te komen.”
Doorschuiven of blijven liggen
Joost Visser, senior hoor- en beslismedewerker bij de IND, herkent dat wel. Zeker nu hij in Den Bosch in een KDT werkt: “De zogenaamde “buikpijnzaken” werden steeds doorgeschoven of bleven liggen. Collega’s, zeker de minder ervaren, planden bijvoorbeeld een extra gehoor in om aan meer informatie te komen. Terwijl er soms al een dossier van 70 pagina’s met informatie lag. Vanuit het KDT kijken en denken wij dan mee. Is een aanvullend gehoor echt nodig? Is meer onderzoek echt nodig? Is meer informatie echt nodig?”
Informatie herkennen
“Vaak zit in dossiers al een verborgen schat aan informatie”, zegt Rajka van Snippenburg. “Als je het maar herkent.” Van Snippenburg is – net als Visser – senior medewerker. Ze werkt voor hetzelfde KDT. “Om een voorbeeld te geven”, zegt ze, “hadden we kortgeleden te maken met een bekeringszaak. De betreffende man verklaarde dat hij eerst moslim was, toen christen en later weer moslim. Normaliter werken we met de werkinstructie bekeerlingen. We toetsen dan iemands intrinsieke geloofsovertuigingen. In de zaak van deze man lag dat ingewikkelder, omdat hij niet uit eigen wil terug naar moslim was bekeerd.”
Documenten onderbouwden verhaal
De betrokken medewerkers wilden een aanvullend gehoor inplannen, om meer informatie te vergaren. Van Snippenburg: “Ze kwamen naar mij voor advies, omdat deze zaak al zo lang voortduurde. Toen ik het dossier van de man inkeek, zag ik dat de autoriteiten uit zijn geboorteland hem in de loop der jaren eerst documenten hadden toegestuurd op zijn naam als moslim, later op zijn naam als christen en vervolgens weer op zijn naam als moslim. Zijn verhaal liep synchroon met de documenten van de autoriteiten. In deze zaak was onze werkinstructie niet relevant. Het was niet belangrijk om zijn intrinsieke geloofsovertuiging te toetsen. De documenten onderbouwden het verhaal. Door deze informatie te herkennen, kon mijn collega alsnog snel een onderbouwde beslissing nemen.”
Veel ervaring en verschillende expertises
Deze actiegerichtheid is precies waar Schoneveld op hoopte toen hij de knopendoorhakteams bedacht. “Collega’s in de KDT’s kunnen helpen om vaart te maken – door te gaan. Er zitten medewerkers in met veel ervaring en verschillende expertises. Bijvoorbeeld bekeringszaken. Of zaken op basis van gender en seksualiteit. Al onze locaties op Schiphol, Utrecht, Ter Apel, Zevenaar, Budel, Den Bosch en Leiden hebben nu een KDT. Zij helpen voorkomen dat er vertraging ontstaat in de behandeling van zaken.”
Terug naar de oorsprong
Maar wat nou als ook een KDT er niet uitkomt? Als een dossier écht te complex is? “Dan hebben we ook nog een centraal KDT”, zegt Schoneveld. “Daarin zit een manager van iedere locatie. En ikzelf. Als een KDT de noodknop indrukt en bij ons uitkomt, kijken wij mee. Zetten we extra onderzoek uit? En zo ja: gaat dat het antwoord of de beslissing anders maken? Zo nee, dan kunnen we misschien terug naar de oorsprong van de vreemdelingenwet: artikel 31 lid 6. We geven het voordeel van de twijfel als we het niet weten. Als we meerdere zaken binnenkrijgen die op dezelfde manier schuren, wordt het misschien tijd om het beleid te herzien. We kunnen dan besluiten op politiek niveau aan de bel te trekken en dossiers bijvoorbeeld voor te leggen aan de Directeur-Generaal of de staatssecretaris.”
Steeds meer gesprekken
De knopendoorhakteams bestaan nu een jaar. Schoneveld: “En we gaan er zeker mee door. Het is een belangrijke ontwikkeling in deze tijd. Zeker na de toeslagenaffaire en de discussies daarover. We moeten de menselijke maat toepassen, zonder dat het tot willekeur leidt. De KDT’s helpen daarbij. Als bijvangst zorgen deze teams ervoor dat op onze locaties steeds meer gesprekken plaatsvinden over de inhoud van zaken. Over de uitdagingen die we daarbij hebben. Dat vind ik een hele mooie vooruitgang.”
Lef tonen en beslissingen nemen
Visser herkent dit. “We hebben nu eenmaal een lastig vak. Het is prettig als een ervaren collega met je meekijkt als je er zelf niet uitkomt. Als je kunt bespreken waar je buikpijn van krijgt.” Mede om die reden vinden hij en Van Snippenburg het prettig om collega’s uit te leggen hoe zij tot bepaalde beslissingen komen. “Wij zijn er als KDT niet om toestemming te geven. Collega’s beslissen altijd zelf over hun dossiers. Wij zijn de hulplijn. We onderwijzen, adviseren en praten. En kunnen soms net dat steuntje in de rug zijn om lef te tonen en een beslissing te nemen. Onorthodox als de situatie daarom vraagt. Zaken kunnen makkelijk maanden of jaren voortslepen als we dat niet doen.”