Foto Phil Nijhuis

Zoriana arriveerde half maart met haar kinderen en hond in Nederland om het oorlogsgeweld in Oekraïne te ontvluchten. Deze zomer besloot ze terug te reizen, met hulp van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Hier deelt zij haar verhaal.

‘Een nicht van mij woont al jaren in Nederland en zij nodigde ons uit om te komen. Met mijn moeder, dochter en zoon verbleef ik eerst bij haar, in een appartement met één slaapkamer. Na verloop van tijd kregen we twee aparte kamers aangeboden in een opvanglocatie in Den Haag, vlakbij de zee, in een voormalig klooster. Een fijne en knusse plek. Alle vrijwilligers waren ongelooflijk vriendelijk en zorgzaam. Ze deden echt hun best om ons thuis te laten voelen.

Dankbaar

Mijn zoon ging naar een basisschool, waar hij in een aparte klas kwam voor Oekraïense kinderen. Mijn dochter ging naar een voorbereidende klas voor de middelbare school. Zelf ging ik aan het werk als docent Engels voor Oekraïense kinderen: eerst vrijwillig, later op contractbasis. Ik ben heel dankbaar voor alle hulp en ondersteuning die we hebben gekregen. Iedereen deed zijn best voor ons en we kregen alles wat we nodig hadden.

Tegen het aflopen van het schooljaar hebben we unaniem besloten terug te gaan naar Oekraïne. Zowel mijn kinderen als ik verlangden er immens naar terug naar huis te gaan. Onze kinderen droomden ervan hun vader zo snel mogelijk terug te zien. Mijn man en ik aarzelden alleen vanwege de veiligheidssituatie. Maar we keken er allemaal enorm naar uit om weer bij elkaar te zijn.

In een van de Messenger groepen op internet waar Oekraïense vluchtelingen in chatten, hoorde ik van de hulp die DT&V biedt. In een bericht werd genoemd dat DT&V kon helpen met een door hen geregelde charterbus terug te reizen. Ik schreef meteen een e-mail en kreeg te horen dat ze me graag wilden helpen. Er is geen directe trein naar de Oekraïense grens en het vliegtuig nemen is geen optie met een hond. Daarnaast hadden mijn moeder en zoon alleen een paspoort voor binnenlands gebruik, wat het verkrijgen van vliegtickets ook belemmerde.

Luchtalarm

We hadden een goede en veilige reis met de bus naar het Poolse Medyka, aan de grens met Oekraïne. Vandaar had de regievoerder van de DT&V tickets voor ons geregeld met een minibus naar het station van Lviv. Daar slaagden we erin kaarten te kopen voor de nachttrein naar de stad waar we wonen, Soemy, een reis van achttien uur. De trein stopte af en toe, zodat we even onze benen konden strekken en de hond uit konden laten. Op het station in Soemy stond mijn man ons op te wachten om ons thuis te brengen.

Ik heb gemengde gevoelens nu ik terug ben. Er is angst, we weten niet wat er allemaal nog gaat gebeuren. Maar we zijn bij elkaar en kunnen ons emoties bij elkaar kwijt. Dat maakt het gemakkelijker om te gaan met de onzekere situatie. En we zijn niet de enigen, het lijkt erop dat er veel stadsgenoten terugkeren naar huis.

Op dit moment is het vrij rustig, al gaat het luchtalarm geregeld af. De app op mijn mobiel laat de luchtalarmen zien, heel Oekraïne is rood. Overdag leiden de kinderen zichzelf af door te lezen, schilderen en puzzels te maken. ’s Nachts is dat lastiger, mijn dochter is dan bang, maar we proberen rustig te blijven. Er is een schuilkelder in de buurt waar we zo nodig heen kunnen.

Online les

Het Oekraïense schooljaar begint half september weer. De autoriteiten hebben ouders de vraag voorgelegd of zij online of hybride onderwijs prefereren. Tijdens de coronapandemie hebben we daarmee ervaring opgedaan. De veiligheid van de kinderen heeft topprioriteit, en niet alle scholen hebben geschikte schuilplekken. Voor ons vertrek werkte ik als docent, en ik hoop straks online les te kunnen geven. Voor de toekomst hoop ik op de overwinning van Oekraïne en dat we onze interne systemen verder kunnen ontwikkelen tot Europees niveau. Het is mijn wens om daaraan bij te dragen.’