Tekst Wouter Jongepier
Foto Mediatheek, IND, Marjon Peeters, Maartje Terpstra

Een groep migratierechtadvocaten bundelde ruim twee jaar geleden 48 cases in ‘Ongehoord, onrecht in het vreemdelingenrecht’. De boodschap: de IND had geen oog meer voor de menselijke maat, net zoals de menselijke maat in de toeslagenaffaire uit beeld was geraakt. De ‘bundelgesprekken’ moesten het contact en het vertrouwen tussen de IND en de advocatuur weer herstellen. Marjon Ristra-Peeters, Maartje Terpstra (beiden advocaat vreemdelingenrecht) en Jan Willem Schaper (directeur Juridische zaken, IND) in gesprek over rechtvaardige procedures, je gehoord voelen en met elkaar blijven praten als je het toch niet eens kunt worden.

‘Trouwens, onze gesprekken zijn ook altijd erg gezellig, toch?’ vraagt Jan Willem op de valreep van het interview aan Maartje en Marjon. De lachende gezichten en een ontspannen ‘nabeschouwing’ laten zien dat de sfeer tussen de IND en de advocatuur goed is, in groot contrast met de jaren voor de bundel ‘Ongehoord’. Sindsdien wordt er met elkaar gesproken in plaats van over elkaar, ook als partijen het niet met elkaar eens zijn. ‘We communiceren nu professioneel’,  vindt Marjon. ‘De advocatuur is een volwaardige gesprekspartner voor de IND en dat is de grootste winst van de bundel.’

Is jullie beeld van de IND veranderd, na een stuk of tien ‘bundelgesprekken’ in twee jaar tijd?

Maartje: ‘Het beeld misschien niet maar het vertrouwen is wel veel groter: we weten nu dat we met elkaar in gesprek blijven, dat dat constructief kan zijn en dat we daarin gehoord worden. In het verleden was dat heel anders, we spraken elkaar wel maar er werd vaak niet naar ons geluisterd. Je voelt je dan niet serieus genomen. Na de toeslagenaffaire wilden we heel duidelijk op de agenda zetten dat hetzelfde probleem speelde in het asiel- en vreemdelingenrecht en dat er verandering nodig was bij de IND. En we wilden het gesprek daarover op gang brengen. Wat dat betreft is de bundel goed geslaagd.’

Marjon: ‘Als de IND zich, voor ons gevoel, verschuilt achter een politiek besluit, dan blijven we daar moeite mee hebben. Maar door de bundelgesprekken hebben we wel meer begrip voor de positie van de uitvoeringsorganisatie IND. We spreken daar eerlijk en open over. En ik weet dat wij snel emotioneel reageren. Dan moeten we die soms lastige positie van de IND niet uit het oog verliezen.’

marjon
Marjon Ristra-Peeters, advocaat vreemdelingenrecht

Wat is er na publicatie van ‘Ongehoord’ allemaal gebeurd en hoe kijk je daarop terug?

Jan Willem: ‘Ik weet het nog heel goed, die bundel sloeg in als een bom. Wat er dan in de organisatie gebeurt? Eerst merk je een soort ontkenning, later begonnen we te zien dat de advocatuur wel degelijk een punt heeft. Het bleek dat we het in veel van die zaken juridisch wel juist hadden maar dat het besluit toch niet deugde, ondanks de betrokken inzet van onze medewerkers. Je beseft dan dat het ook bij de IND is gebeurd: we hielden ons zo sterk vast aan de procedures dat we het zicht verloren op wat er in bepaalde zaken precies aan de hand was, op wat de bedoeling was. De menselijke maat verdween uit beeld. We willen dat graag beter doen en de advocatuur heeft een unieke blik op onze uitvoeringspraktijk. Door de bundelgesprekken weten we dat er meer mogelijk is dan we in eerste instantie zouden denken. Het gesprek met hen is onmisbaar geworden.’ 

jan willem schaper
Jan Willem Schaper, directeur Juridische zaken, IND

Wat hebben de bundelgesprekken opgeleverd?

Maartje: ‘Een ander, milder verblijfsgatenbeleid bijvoorbeeld. We waren het snel eens over de ‘verblijfsgaten’-problematiek (als door een te late verlengingsaanvraag de verblijfsvergunningen niet op elkaar aansluiten heeft dat negatieve gevolgen voor het opgebouwde verblijfsrecht –red.). Door de bundelgesprekken krijgen aanvragers nu langer de tijd om verlenging te regelen en word je dus niet meer meteen gestraft als dat niet op tijd lukt.’ 

Jan Willem: ‘Voor regulier verblijf, met name in de wereld van gezinshereniging, zitten er veel beleidswijzigingen in de pijpleiding waar we zonder deze gesprekken misschien niet eens aan begonnen zouden zijn. Bijvoorbeeld de aanvraagprocedure die we nu gaan vereenvoudigen Ook de gesprekken over de asielprocedure helpen om te werken aan een betere uitvoeringspraktijk. Ze zijn de inspiratie geweest om nog meer werk te maken van de communicatie met aanvragers over de beslistermijn. Het is heel beroerd als je niet weet wanneer je aanvraag wordt behandeld. Daar moet de IND echt beter in worden. We moeten in ieder geval een inschatting kunnen geven van hoe lang het nog duurt en dat is nu een van de hoofddoelen voor volgend jaar.’

Marjon: ‘De lijnen zijn korter en dat betekent dat we snel met de IND om tafel kunnen als wij iets signaleren dat niet goed gaat. De IND voelt zich ook steeds vrijer om met ons te delen als er iets aan de hand is, bijvoorbeeld toen er een betalingsachterstand van de proceskostenvergoedingen ontstond. Wij informeren onze achterban daar dan over. Dat is niet altijd leuk maar het past wel bij de rol van een volwaardige gesprekspartner.’

maartje
Maartje Terpstra, advocaat vreemdelingenrecht

De ‘bundelgesprekken’ zijn afgerond. Hoe gaan jullie nu verder?

Maartje: ‘Het overleg zetten we zeker voort. Ik vind: we willen allemaal een eerlijke en rechtvaardige procedure. We hebben daarin best veel gedeelde belangen, daar moet je dus over blijven praten. Maar we worden het niet altijd eens, bijvoorbeeld over de omgang met derdelanders uit Oekraïne. Dan botsen we. Dat gaat tegenwoordig wel met open vizier, in veel betere harmonie en met veel meer respect voor elkaar. Bovendien, we blijven sowieso met elkaar praten over al die andere onderwerpen.’ 

Jan Willem: ‘Het hoort gewoon bij ons werk om mensen uit het veld te spreken over dingen die niet goed gaan, vind ik. En we hoeven er niet omheen te draaien, dat gebeurt. We zijn daar open over. Ook als we het niet eens worden, blijven we in gesprek en dat zou voor de bundelgesprekken absoluut anders zijn gegaan. Ik ben daar erg blij mee. De advocatuur heeft een unieke blik op dingen die in de praktijk niet goed uitpakken, die blik wil ik nog jaren benutten.’