Tekst Heleen Grimmius
Foto Inge van Mill | Suus van den Akker; illustraties
Hoe is het om als kind je huis, familie en vriendjes te verlaten om in een vreemd land terecht te komen? En hoe is het om in een nieuwe klas te komen waar je de juf en de andere kinderen niet kunt verstaan? IND-medewerker Anne-Marieke Samson schreef er in opdracht van IND, COA en DT&V het kinderboek ‘Ik ben Miran’ over. Op 13 september werd het boek gepresenteerd aan staatssecretaris Klaas Dijkhoff.
In het boekje leidt het achtjarige jongetje Miran je rond op het azc waar hij woont. We maken kennis met zijn ouders, vriendjes en de school waar Miran elke dag naartoe gaat. Miran weet nog niet of hij in Nederland mag blijven en zijn ouders maken zich daar soms zorgen over. Sommige vriendjes van Miran hebben een status gekregen, maar Miran heeft ook al vaak klasgenootjes zien vertrekken die hier niet konden blijven.
Lesmateriaal
“Toen de asielinstroom vorig jaar zo hoog was, beheerste dat maandenlang het nieuws”, vertelt Samson. “In veel steden en dorpen werden azc’s geopend en daar werd veel over gepraat. Het onderwerp leefde niet alleen bij volwassenen, ook kinderen hadden daar vragen over. Van docenten uit het basisonderwijs hoorden we dat ze het lastig vonden om hiermee om te gaan, er is geen vak waarin dit onderwerp past om te bespreken en ook geen lesmateriaal. Toen wij uitgeverij Ploegsma benaderden, reageerden ze gelijk enthousiast. Dat een grote uitgever met zoveel ervaring op het gebied van kinderboeken zich hieraan wilde verbinden, gaf het boek een enorme impuls. Dit boekje kan een aanzet geven om met kinderen in gesprek te gaan over wat het betekent om asielzoeker in Nederland te zijn en wat jij kan doen als er een kind van een azc in je klas komt.”
Illustraties
Voor het boekje sprak Samson met kinderen op azc-scholen De Vlieger in Dronten en De Verrekijker in Katwijk. Vaak begonnen die gesprekken met het maken van een tekening, waarin kinderen soms iets uit hun land van herkomst tekenden. Die tekeningen gaf Samson aan Suus van den Akker, de illustrator van het boekje, die ze verwerkte in haar illustraties. “Een jongen uit Eritrea tekende zijn moeder in haar mooiste jurk die ze in Eritrea altijd droeg als er een feest was”, vertelt Samson. “Die tekening zit bijna precies zo in het boek. En een meisje tekende de poes die ze had moeten achterlaten toen ze naar Nederland vertrokken. Aan de hand van die tekening kwam het verdriet dat ze daarover had ter sprake en ontstond een gesprek over haar leven daar en hier. Veel kinderen vonden het leuk om te vertellen over hun leven. Ze waren heel trots dat er iemand hun verhaal wilde opschrijven. Kinderen krijgen geen gesprek bij de IND als hun ouders asiel aanvragen en zij vonden het heel leuk dat ze nu zelf de kans kregen om iets te vertellen.”
Veerkracht
De gesprekken boden een mooi inkijkje in het leven van deze kinderen. Samson: “Veel dingen beleven zij hetzelfde als Nederlandse kinderen, maar er zijn natuurlijk ook verschillen. Zoals hoe het is om naar een nieuwe school te gaan als je nog niet zo goed Nederlands praat. Of hoe het leren van de Nederlandse taal verloopt en hoe het is om familie in een ver land te moeten missen. Wat op mij vooral indruk maakte, is hoe vaak deze kinderen afscheid moeten nemen. Niet alleen van hun land en familie daar, maar ook als ze eenmaal hier zijn. Elke dag vertrekken er mensen van het azc; de ene keer omdat ze een vergunning hebben gekregen en doorstromen naar een eigen woning, de andere keer omdat ze teruggaan naar hun land van herkomst. Veel kinderen vertelden mij over vriendjes die er niet meer waren en hoe erg ze die misten. Tegelijkertijd zijn kinderen ontzettend veerkrachtig: ze nemen alles zoals het komt en maken er gewoon het beste van. Ze vertelden me ook over de dagelijkse dingen die hen bezighouden en dat kan dus ook gewoon een voetbalwedstrijd of iets op school zijn. Kinderen zijn gewoon kinderen.”
Anne-Marieke Samson | Ik ben Miran | 8-12 jaar | ISBN 978 90 216 7631 9 | €12,99