Tekst Heleen Grimmius
Foto Inge van Mill
Maar weinig mensen hebben het uitzicht dat DT&V-directeur Rhodia Maas dagelijks heeft. Haar bureau op de 35e etage van het ministerie van Veiligheid en Justitie biedt een panorama van Den Haag dat op elk uur van de dag weer anders is. Toch kan Maas niet automatisch rekenen op deze werkplek: “Bij de DT&V heeft niemand een eigen werkplek, maar flext iedereen. Dat geldt natuurlijk ook voor directeuren, dus moet ik soms op zoek naar een andere plek.”
Het zijn de laatste weken voor Maas bij de DT&V. Na tien jaar verruilt zij haar baan voor die van directeur Rijksdienst voor Identiteitsgegevens bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. “Op 1 november begin ik in mijn nieuwe functie”, vertelt Maas. “Ik heb er veel zin in, maar ik ga de collega’s hier natuurlijk wel missen. In de tien jaar dat de DT&V nu bestaat, zijn we uitgegroeid tot een professionele organisatie die terugkeer een menselijk gezicht geeft. We zijn toonaangevend in Europa om terugkeer in Europees verband te realiseren. Dat we dat hebben kunnen bereiken, komt doordat we van het begin af aan geïnvesteerd hebben in een goede relatie met de landen van waaruit vreemdelingen naar ons toekomen. Door die goede relatie kom je makkelijker tot een geslaagde terugkeer.”
Nieuwe toekomst
Hoewel haar afscheid van de DT&V met rasse schreden nadert, is daar in haar agenda nog niets van te merken. Maas: “Ik ga van het ene naar het andere overleg, zoals zoveel directeuren. Ik weet nooit van tevoren hoe mijn dag zal verlopen, hoewel mijn agenda altijd volgepland is. Dat is druk, maar het geeft ook energie. Het mooie aan mijn werk is dat het altijd over mensen gaat. Medewerkers van de DT&V werken er dagelijks met hart en ziel aan om mensen een nieuwe toekomst te geven. Vaak zien we dat vreemdelingen en hun omgeving denken dat de toekomst ophoudt als ze niet in Nederland kunnen blijven. Maar als we dan samen om de tafel gaan om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om in het land van herkomst een bestaan op te bouwen, opent zich een heel nieuw scala aan opties. Ik ben er ongelooflijk trots op dat wij daaraan kunnen bijdragen.”
Om de tafel
Maas heeft in de tien jaar dat ze aan het roer stond bij de DT&V veel bijzondere zaken aan zich voorbij zien trekken. “Zo herinner ik me een gezin waarvan een deel van de kinderen onder toezicht van de Raad voor de Kinderbescherming stond, maar een ander deel niet. Het gezin wilde wel terug naar het land van herkomst, maar op voorwaarde dat ze met z’n allen zouden gaan. Er speelden zoveel belangen in deze kwestie en er waren zoveel partijen bij betrokken: de IND, de Raad voor de Kinderbescherming, Stichting Nidos en wij als DT&V. Uiteindelijk zijn alle organisaties met elkaar om de tafel gegaan en zijn we eruit gekomen. Het gezin is intact gebleven en ze zijn veilig teruggekeerd naar het land van herkomst. Het was mooi om te zien hoe we dat met elkaar konden oplossen.”
Vooroordelen
Het zijn dit soort zaken die voor Maas het verschil maken. Toch stuit zij geregeld op verzet uit de samenleving tegen het werk van de DT&V. Maas: “De vooroordelen die mensen over ons werk kunnen hebben, zijn soms hardnekkig. Tegelijkertijd beschouw ik het als een kans om daarover in gesprek te gaan als zo’n situatie zich voordoet. Natuurlijk is het vervelend als je negatief benaderd wordt, maar ik zal altijd blijven uitleggen dat illegaal in Nederland verblijven ook geen kwaliteit van leven is. Juist voor deze vreemdelingen geldt dat hun toekomst weer bij ons begint.”