Tekst Sandra van Egmond
Foto Inge van Mill
Gemeenten helpen bij hun taakstelling voor huisvesting en vergunninghouders een geschikte plek geven om te wonen: Tieme Smook koppelt vergunninghouders en gemeenten aan elkaar en zoekt de meest kansrijke ‘match’.
Een vergunninghouder wil graag in Arnhem wonen, omdat hij en zijn gezin daar een sociaal netwerk hebben. Maar de gemeente Arnhem heeft al een enorm overschot aan vergunninghouders die gehuisvest moeten worden. Zomaar een voorbeeld van dilemma’s waar Tieme Smook, regievoerder bij het COA in de regio Overijssel/Gelderland, elke week mee te maken heeft.
Gemeenten helpen bij taakstelling
“Mijn belangrijkste opdracht is om gemeenten te helpen bij hun taakstelling voor het huisvesten van vergunninghouders,” vertelt Smook. “Ik bespreek met gemeenten hoeveel vergunninghouders zij dit jaar nog moeten huisvesten en welk soort woonruimte zij voor welke doelgroepen beschikbaar hebben. Zo bieden sommige gemeenten op dit moment vooral kamers voor alleenstaanden aan. Het liefst nog specifiek voor Syriërs of Eritreeërs, omdat die al in het pand wonen en makkelijker met elkaar samenleven. Dat is best lastig, want de meeste alleenstaanden zijn al gehuisvest en wij hebben nu vooral nareizende gezinnen in de opvang. Ik bespreek dan met gemeenten de mogelijkheid om ook andere doelgroepen te huisvesten, of om een pand flexibel inzetbaar te maken voor gezinnen en alleenstaanden.”
Kansrijke koppeling maken
“Daarnaast houd ik zoveel mogelijk rekening met de wensen van de vergunninghouders zelf”, vervolgt Smook. “In onze opvang zit misschien wel een alleenstaande Syriër die een gemeente zoekt, maar die wil misschien bij zijn familie wonen, heeft medische voorzieningen nodig of volgt ergens een studie. Ook wegen de kansen die vergunninghouders in een gemeente hebben op gebied van integratie en participatie steeds meer mee. Mijn collega’s hebben in een vroeg stadium een ‘screeningsgesprek’ met onze bewoners over hun arbeidsverleden, gevolgde opleidingen, ambities en netwerk in Nederland. Op basis van dat ‘klantprofiel’ krijgen vergunninghouders een plaats in een azc in een arbeidsmarktregio waar ze de meeste kansen hebben. Als ik voor huisvesting een koppeling maak met een gemeente, weeg ik die kwalificaties opnieuw mee.”
Tegenstrijdige belangen
“Ik heb vaak te maken met tegenstrijdige belangen en de ‘match’ is zelden perfect”, vertelt Smook. “Wel probeer ik zo goed mogelijk aan alle belangen te voldoen. Er was laatst een Syrische man die graag in Utrecht wilde studeren en in Nijmegen een sociaal netwerk had. Die heb ik gekoppeld aan de gemeente Geldermalsen, omdat dan zowel Utrecht als Nijmegen goed te bereiken zijn. Daarnaast had Geldermalsen nieuwe koppelingen nodig om aan de taakstelling voor huisvesting te kunnen voldoen. Maar het gebeurt ook dat ik een keuze moet maken. Zo komt het voor dat ik een gezin eerst koppel aan een gemeente waar ze een sociaal netwerk en de meeste kansen voor integratie en participatie hebben, en dat dat gezin later toch naar een andere gemeente moet verhuizen omdat die eerder een woning beschikbaar heeft. Gelukkig zijn niet alle vergunninghouders gebonden aan een bepaalde regio: niet iedereen heeft een sociaal netwerk in Nederland en veel beroepen kun je overal uitoefenen.”
Blij door geslaagde koppeling
“Voor de meest ideale koppeling overleg ik veel met collega’s op de azc’s en met gemeenten. Soms bel ik een collega-regievoerder om te sparren over de beste oplossing. En ja, het komt ook voor dat ik de ideale match heb en het klantprofiel van de vergunninghouder plotseling verandert. Zo had ik voor een Syrisch gezin met zes kinderen een huis gevonden in Doetinchem, wat bijzonder is want grote huizen worden niet vaak aangeboden. De moeder is echter invalide geraakt en het gezin wil haar thuis verzorgen. Daarom ben ik nu weer op zoek naar een groot huis, dit keer met alle aanpassingen die de vrouw nodig heeft. Dat kan lastig zijn, maar als een vergunninghouder een huis krijgt in een geschikte gemeente ben ik echt blij. Ik heb laatst een vrouw gekoppeld aan een gemeente helemaal onderin Zeeland. Haar man woonde al in België en zo kon ze toch nog relatief dichtbij haar partner wonen.”
Elk halfjaar krijgen gemeenten door het Rijk een taakstelling opgelegd voor het aantal te huisvesten vergunninghouders. Op basis daarvan koppelt het COA de vergunninghouder aan een gemeente en de gemeente zoekt vervolgens passende woonruimte. Lees op COA.nl meer over de huisvesting van vergunninghouders.