Tekst Heleen Grimmius
Foto Hollandse Hoogte
Sinds 1 mei kunnen vreemdelingen geen beroep meer doen op de zogeheten ‘discretionaire bevoegdheid’ van de staatssecretaris. Daarvoor in de plaats toetst de IND voortaan in elke eerste aanvraag of er sprake is van een schrijnende situatie. Joël Schoneveld is MT-lid van de IND en opdrachtgever voor het afschaffen van de discretionaire bevoegdheid. In VreemdelingenVisie legt hij uit wat dit in de praktijk betekent.
“Iedere vreemdeling heeft de mogelijkheid om bijzondere omstandigheden aan te voeren”, legt Schoneveld uit. “Nieuw is dat dat nu voor elke soort aanvraag geldt, dus niet alleen voor mensen die in de asielprocedure verkeren, maar ook voor vreemdelingen die een reguliere verblijfsvergunning hebben aangevraagd. Medewerkers van de IND toetsen sinds 1 mei in elke eerste aanvraag ambtshalve of er sprake is van een schrijnende situatie die aanleiding geeft om in te willigen, ook op een andere grond dan het doel waarvoor een verblijfsvergunning is aangevraagd.” Er gelden dus beperkingen voor de termijn waarbinnen vreemdelingen schrijnende omstandigheden kunnen aandragen. Schoneveld: “Alle bijzondere omstandigheden moeten in de eerste procedure worden aangedragen. Dat begint bij het indienen van de eerste aanvraag, tot en met een eventueel hoger beroep. Op elk moment tussen het indienen van de aanvraag en het hoger beroep, kunnen die omstandigheden worden aangevoerd. Die worden dan altijd in een beslissing of rechterlijke uitspraak meegewogen. In tweede of latere procedures kan dat niet meer.”
Bijzondere omstandigheden
De criteria van wat er precies onder schrijnendheid wordt verstaan, zijn niet concreet of uitputtend omschreven. Schoneveld: “Waar het in ieder geval om gaat, is dat er sprake moet zijn van een samenstel van bijzondere omstandigheden en waarvoor geen speciaal beleid is. Daarbij moeten er meerdere factoren een rol spelen, dus een enkele omstandigheid is niet voldoende. Ook moet dit bijzondere samenstel van factoren zich in Nederland hebben voorgedaan”, benadrukt Schoneveld. “Voor een aantal omstandigheden die vaak worden aangedragen hebben we een speciale vergunning”, legt hij uit. “Zo is er een speciale verblijfsvergunning voor slachtoffers van mensenhandel, voor terminaal zieken, voor slachtoffers van eergerelateerd geweld, en zo zijn er nog meer voorbeelden. Als er sprake is van een dergelijke situatie, hoef je geen vergunning op basis van schrijnendheid te verlenen, de wet biedt dan andere opties. Deze vergunning is echt bedoeld voor mensen die nergens anders voor in aanmerking komen, maar die je toch graag zou willen inwilligen op humanitaire gronden.”
Hoofddirecteur IND
Alle beslismedewerkers van de IND hebben een instructie gehad in het beoordelen van schrijnende omstandigheden. Schoneveld: “Als een medewerker van mening is dat er sprake is van bijzondere omstandigheden, kan hij de zaak doorsturen naar een multidisciplinair team. Dat team beoordeelt of er nog andere verblijfsdoelen zijn die van toepassing zijn. Zijn die er niet, dan wordt de zaak voorgelegd aan de hoofddirecteur van de IND. Die neemt de uiteindelijke beslissing.”