Foto Kick Smeets

Een efficiëntere procedure en meer maatwerk: dat is waar het om gaat bij de aanpassing van de asielprocedure die op 25 juni in werking trad. Joël Schoneveld is plaatsvervangend directeur Asiel en Bescherming bij de IND; hij legt uit wat de aanpassing betekent. 

“Tot 25 juni kreeg iedere asielzoeker in de normale asielprocedure drie gehoren: een aanmeldgehoor, een eerste gehoor en een nader gehoor”, vertelt hij. “Dat hebben we teruggebracht naar twee gehoren, waarbij het eerste gehoor is samengevoegd met het aanmeldgehoor. Dat klinkt misschien als een drastische wijziging, maar dat is niet zo.”

Geen eerste gehoor meer

Dat legt Schoneveld even uit: “Het aanmeldgehoor vindt meestal plaats op de derde dag van de aanmeldprocedure en gaat in op de vragen: wie ben je, welke documenten heb je bij je en hoe verliep je reisroute. Maar diezelfde vragen kwamen ook aan bod in het eerste gehoor van de achtdaagse asielprocedure, dus dat is feitelijk dubbelop. Door het samenvoegen van het eerste gehoor met het aanmeldgehoor wordt deze dubbeling uit de asielprocedure geschrapt. Het gevolg is dat de algemene asielprocedure van acht naar zes dagen is gegaan.”

Maatwerk

Wel is aan het aanmeldgehoor één vraag toegevoegd. Schoneveld: “We vragen in de nieuwe situatie ook kort naar de reden van de asielaanvraag. Dat doen we niet om alvast de inhoud van de aanvraag te beoordelen, maar alleen voor onze eigen planning en routering. Als we weten wat we in het nader gehoor kunnen verwachten, kunnen we daar rekening mee houden en gerichte capaciteit op inzetten. Als bijvoorbeeld een Iraniër aangeeft dat hij asiel aanvraagt vanwege zijn geloof, LHBTI-schap en andere complexe problemen, dan weten wij vaak al dat het nader gehoor waarschijnlijk meer tijd in beslag neemt dan gemiddeld. De nieuwe regelgeving geeft ons de mogelijkheid om voor zaken waarin we verwachten dat het nodig is, twee dagen in te plannen voor een gehoor in plaats van één. Ook hebben we voor dat soort asielmotieven gespecialiseerde medewerkers in dienst. We proberen die zoveel mogelijk in te zetten in dit soort zaken. Waar het om gaat is dat iedere vreemdeling de aandacht krijgt die hij verdient.”

Sneller duidelijkheid

Door het achterwege laten van het eerste gehoor kon de achtdaagse procedure worden verkort naar zes dagen. Schoneveld: “Dat betekent tijdswinst. Kansrijke aanvragen, bijvoorbeeld van Syriërs, kosten weinig tijd, waardoor er meerdere gehoren op één dag kunnen worden ingepland. Daardoor duurt de totale procedure vaak korter dan zes dagen en krijgen asielzoekers eerder duidelijkheid over hun toekomst. Maar ook voor ingewikkelder zaken levert dit tijdwinst op: in de oude situatie liepen we er tegenaan dat als een zaak niet binnen acht dagen beslist kon worden, een asielzoeker de Verlengde Asielprocedure in ging. En die kon vervolgens lang duren. Als we van tevoren beter kunnen inschatten welke kant het asielrelaas opgaat, kunnen we in meer gevallen wél binnen zes of negen dagen beslissen en stroomt die groep niet door naar de Verlengde Asielprocedure.” Een dergelijke verkorting heeft ook gevolgen voor de keten. “Als de procedure sneller gaat, is er minder lang opvang door het COA nodig”, legt Schoneveld uit. “Vreemdelingen stromen dan sneller door naar gemeenten voor huisvesting of naar de DT&V voor terugkeer.”

Zorgvuldigheid

Hoewel de aanpassing dus vooral te maken heeft met efficiëntie, hoort Schoneveld ook kritische geluiden: “De advocatuur heeft niet onverdeeld positief gereageerd”, vertelt hij. “Zij zijn van mening dat de zorgvuldigheid in het geding is, omdat er geen voorlichtingsdag van de advocaat is voorafgaand aan het aanmeldgehoor, maar pas erna: vóór de zesdaagse procedure. Maar daar kunnen wij ons niet in vinden: er is onafhankelijk voorlichtingsmateriaal beschikbaar waarin de verschillende stappen van de procedure aan de asielzoeker worden uitgelegd. En de extra vraag over het asielmotief in het aanmeldgehoor is alleen voor onze eigen planning. Als een asielzoeker in zijn nader gehoor ineens een heel andere reden voor zijn asielaanvraag aanvoert, gaan we dat niet tegenwerpen. Het is een planningsinstrument, geen inhoudelijk instrument.”

Wendbaar

Schoneveld: “Het is een langgekoesterde wens van de IND om wendbaarder te kunnen zijn. Op deze manier kunnen we meer maatwerk verlenen, dubbelingen uit het proces halen en de procedure flexibel inrichten. Dat is in ieders voordeel.”