Foto Kick Smeets

Bij aspergeteler Gerrit Slaghekke werken al vijftien jaar bewoners uit azc’s in de buurt. Volgens de teler is dat niet alleen in zijn eigen belang: “Natuurlijk wil ik de asperges uit de grond hebben, maar je ziet ook dat bewoners na een paar weken beter in hun vel zitten.”

“Een bewoner uit azc Azelo kwam steeds bij me langs voor werk. Dat was zo’n vijftien jaar geleden”, vertelt Slaghekke. “Ik wist niet goed wat ik met zijn vraag aan moest en zei: ‘We doen het werk met scholieren.’ Maar goed, die meneer drong echt aan: ‘Ik wil graag werken!’ Toen dacht ik bij mezelf: ‘Oké, prima, dan ga ik dat regelen.’ De bewoner begon de week erop met aspergesteken en bracht een vriend mee.

Scholieren

Eigenlijk kwam het goed uit, want in de jaren erna waren er steeds minder scholieren die in de asperges wilden werken. Ik zocht contact met azc Azelo en nam steeds meer asielzoekers aan. Bewoners die meer dan een jaar in het azc bleven, of in de buurt gingen wonen, kwamen vanzelf elk seizoen weer naar me toe. Azc Azelo lag hier zeven kilometer vandaan en bewoners kwamen meestal op de fiets.

Personenbus

Zo’n zes jaar geleden heb ik een personenbusje gekocht, want vanaf die tijd kwamen hier ook bewoners uit azc Almelo werken. Dat azc ligt zo’n achttien kilometer verderop en daarom haalden we bewoners daar ‘s ochtends om zeven uur op. In azc Almelo had ik in het begin contact met COA-medewerker Wim. Hij hing posters op in het azc: ‘Wie wil op aspergeland werken?’ Een tijdje later belde hij me op: ‘Ik heb vijftien mensen voor je’. Dan gingen we een middag bij elkaar zitten en werd alles duidelijk aan de bewoners uitgelegd. Hoeveel weken ze betaald werk mochten doen. Voor wie ik als werkgever een tewerkstellingsvergunning moest aanvragen. Ik sprak geen Engels en was volledig afhankelijk van wat Wim vertelde.

Filmpje

Ik liet ook altijd een filmpje zien, zodat bewoners wisten hoe het aspergesteken in zijn werk gaat, dat het op het land is, in weer en wind. Ik heb bewoners altijd alleen asperges laten steken. Huisvrouwen uit de buurt sorteren de asperges en voor de winkels bij onze drie velden heb ik weer andere mensen. Als het dan zover was en het aspergeseizoen in april begon, belde ik Wim: ‘Ik wil graag beginnen met vier bewoners’. En als het warmer werd, vroeg ik er meer mensen bij.

Ramadan

Aspergesteken is elke dag hard werken, maar er zit altijd wel iemand tussen waarvan ik bij mezelf denk: ‘Dat wordt hem niet.’ Drie jaar geleden deden drie bewoners mee aan de Ramadan. De eerste week hielden ze het vol, maar daarna gingen ze steeds vaker tegen een muurtje zitten. Ook stond ik een keer voor niks te wachten bij het azc. Ik was toen echt kwaad. Als drie mensen niet komen opdagen, heb ik een probleem. De asperges kunnen niet wachten en moeten de grond uit.  

Voorman

Gelukkig heb ik op het land een voorman die het meeste contact heeft met bewoners. Tot vorig jaar was dat de man die vijftien jaar geleden bij me aanklopte voor werk. Hij is helaas gestopt. Nu heb ik een Syrische inwoner uit Delden, die ook een jaar in het azc woonde. Hij bepaalt op welk veld ze gaan werken en of ze het plastic op wit of zwart moeten draaien. Zijn Engels is niet zo goed, maar mijn zonen werken nu ook in het bedrijf en spreken goed Engels. Daar hoef ik me gelukkig niet meer mee te bemoeien.

Tiptop

Wel heb ik nog steeds zelf contact met azc Almelo. In februari kreeg ik een mailtje van COA-medewerker Yet die er nu druk mee bezig is: ‘Gerrit, hoeveel bewoners heb je nodig?’ Zij regelt alles tiptop. Dit jaar werken er twee bewoners uit het azc bij me. Daarnaast de nieuwe voorman uit Delden, twee Poolse mensen, en twee statushouders uit onze gemeente. Toen ik die statushouders vroeg of ze weer kwamen werken, zeiden ze meteen: ‘Geen probleem!’

Koud

Normaal heb ik tien mensen nodig om alles uit de grond te krijgen. Maar in april was het te koud, zodat we niet meteen aan de slag konden. Ik heb nog nooit zo’n seizoen gehad als dit. De consequentie is dat ik minder kilo’s asperges van het land haal. Maar goed, dat is moeder natuur. Meestal stoppen we 20 juni met steken en verkopen we nog drie dagen onze productie. Dit jaar gingen we door tot 26 juni. ‘En dan is het schluss’, zeg ik altijd.

Motto

Ik ben blij dat ik een beroep kan doen op bewoners, anders had ik een personeelstekort. Het is fijn dat ik ze als tijdelijke kracht kan aannemen. Mijn motto is: ‘Als het jou niet bevalt, zeg het mij. En als het mij niet bevalt, zeg ik het jou.’ Het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning geeft wel eens gedoe. Dit jaar werden twee vergunningen afgewezen. Als je op die mensen rekent, en het feestje gaat niet door… Het koude weer en de late start kwamen wat dat betreft goed uit.

Vrolijker

Natuurlijk wil ik de asperges uit de grond hebben, maar het is niet alleen in mijn eigen belang. Je ziet dat bewoners na een paar weken vrolijker zijn en beter in hun vel zitten. Ik heb dit jaar een mooie groep. Het klikt gewoon en ‘s ochtend staan ze allemaal netjes om zeven uur aan de straat. Ze zijn blij dat ze het huis uit kunnen, aan het werk zijn. Laatst keken ze raar op toen ik na het werk een andere straat inreed. Bij de ijssalon zei ik: ‘We halen een ijsje!’ Moet je kijken hoe trots ze dan zijn.”