Foto Kick Smeets

Of ze iets met schepen hebben? Nee, eigenlijk niet. Maar ze vinden het wel geweldig om op de MS Galaxy te werken. Woonbegeleiders Jeroen Korff en Khaled Hassan rijden elke dag van Lelystad naar de Coenhaven in Amsterdam. “Het werk is zó anders dan in een regulier azc. Hier is het echt pionieren.”

Khaled: “Jeroen appte mij in oktober: ‘Ik heb groot nieuws, ik bel je na vijven.’ Ik moest uren wachten, maar vijf over vijf belde hij: ’Pieter gaat ons morgen vragen voor het schip in Amsterdam’.”
Jeroen: “Pieter is de locatiemanager. Hij had mij gevraagd voor deze klus en ik heb toen gezegd dat ik Khaled graag mee wilde. Ik werkte op dat moment samen met hem in de crisisnoodopvang in Almere.”
Khaled: “We bespraken het eerst met ons thuisfront. We wonen allebei in Lelystad en zo’n klus als dit is niet bepaald van 9 tot 5.”

Klaar voor de start

Khaled: “Binnen een week zouden de eerste asielzoekers arriveren. We moesten dus zo snel mogelijk personeel zien te vinden en vroegen andere azc’s om helpende handen. Ook richtten we die week op de boot onze werkplekken in.”
Jeroen: “De hotelketen van wie we het schip huren, maakte alle kamers klaar voor gebruik. Een week lang waren studenten van het ROC van Amsterdam bedden aan het opmaken. Ik zette alle kamers en bedden in het COA-systeem, zodat we konden bijhouden wie waar lag.”

Aan boord

Jeroen: “Vanaf 4 oktober gingen de bewoners aan boord. Zo’n 100 tot 150 per dag. Ondanks de gestructureerde werkwijze, verliep dat enigszins chaotisch. Je weet namelijk nooit hoe laat de bussen er zijn.”
Khaled: “De intake met nieuwe bewoners deden we in de bus. Daarna moesten ze allemaal twee keer langs beveiligers. Op de kade geldt de ISPS-code, een internationaal voorschrift voor het beveiligen van schepen en havenvoorzieningen. Op dek 3 moet iedereen inchecken, zodat de kapitein weet wie er aan boord zijn.”
Jeroen: “Ik was steeds met collega’s aan het puzzelen: wie kon het beste bij wie op de kamer? De crew maakte voor elke bewoner een digitale kamersleutel met foto.”

Duizend bedden

Jeroen: “Op dit moment zijn duizend bedden bezet. De reacties van bewoners zijn heel verschillend. Sommigen vinden het hier prima, anderen willen zo snel mogelijk weg. Het zijn tweepersoonskamers en veel mensen willen een kamer voor zichzelf alleen. En natuurlijk het liefst een kamer met raam.”
Khaled: “We zijn eerlijk tegen bewoners, de kamers zijn inderdaad klein. Maar we vertellen ook dat ze in de crisisnoodopvang in Almere met zeventien man op een kamer slapen. Wat heb je liever? Niemand zit de hele dag op zijn kamer, er zijn op het schip genoeg andere ruimten waar je rustig kunt zitten.”

Heisa over luxe

Khaled: “In de media was veel heisa over luxe op het schip. Ik vind het niet luxe. We bieden waar iedereen recht op heeft: bed, bad en brood.”
Jeroen: “Journalisten noemen het vaak een cruiseschip, maar het is een passagiersveerboot. Als je drie dagen op deze boot naar Noorwegen zit, is het luxer dan met de trein, maar het is niet te vergelijken met een cruiseschip.”
Khaled: “Het zwembad en de bioscoop zijn buiten gebruik, de gokautomaten zijn van boord gehaald, de kledingshops zijn leeg.”
Jeroen: “De crew kookt dagelijks een eenvoudige maaltijd in een van de restaurants.”

Pendelbus

Khaled: “Sommige bewoners komen uit een azc waar ze zelf konden koken en doen hier een stapje terug. Ze kunnen niet kiezen wat ze eten en zijn een stukje dagbesteding kwijt.”
Jeroen: “Veel meer dan tafelvoetbal is er op de boot nog niet te doen. Bewoners kunnen zes keer per dag met de pendelbus naar de Spaarndammerbuurt drie kilometer verderop. Of ze stappen op de fiets als ze die konden meenemen vanuit het vorige azc.”
Khaled: “Voor kinderen is er een speelkamer met ballenbak. Ze kunnen helaas nog niet naar school. We zoeken nog samen met de gemeente een school die plek heeft.”

Klusjes doen

Jeroen: “Binnenkort, als de basis staat, krijgen we tijd om activiteiten voor bewoners te organiseren. Dan kunnen bewoners klusjes doen op de boot: de kade schoonmaken of afruimen in het restaurant. Een paar mensen zijn nu al aan het werk.”
Khaled: “Er zijn op de boot twee leslokalen waar vrijwilligers uit Amsterdam straks Nederlandse les kunnen gaan geven. Ik denk dat er genoeg animo is om asielzoekers te helpen. In de eerste week hingen inwoners buiten een doek op met ‘Welkom’ en deelden ze koffie uit. Er is ook een adresje in de stad waar bewoners gratis kunnen lunchen.”

Goed duo

Jeroen: “Het is hard werken op dit schip, de eerste weken waren we niet voor half elf thuis. Maar ik vind het geweldig om te pionieren en deze opvanglocatie op te zetten.”
Khaled: “Ik zie dagelijks dat Jeroen ervan geniet om alles te regelen, maar het is inderdaad wel aanpoten. Van de twintig medewerkers zijn wij de enige twee met COA-ervaring, dus we moeten veel collega’s inwerken.”
Jeroen: “Daar geniet jij weer heel erg van.”
Khaled: “Jeroen en ik zijn een goed duo. Drie keer per week rijden we vanuit Lelystad samen naar de boot. Op de heenreis plannen we de dag, en op de terugreis evalueren we hoe het is gegaan.”