Tekst Florine Boeding
Foto Al Amir Ali
Al Amir Ali en zijn broertje woonden zestien jaar zonder verblijfsvergunning in Nederland. Vorig jaar keerden ze terug naar hun thuisland Egypte. Samen werken ze hard aan hun toekomst.
“Mijn broertje en ik zijn nu ruim een jaar terug in Egypte. In het begin was het echt heel erg moeilijk om ons hier aan te passen. Het was alsof we vijftig jaar teruggingen in de tijd. Alles was hier anders dan in Nederland: de mensen, de normen en waarden, de mentaliteit… alles.
Ik was depressief en bracht bijna de hele dag door in mijn kamer. Ik wilde niet in Egypte zijn. Maar op een gegeven moment besefte ik dat het niet hielp om me af te sluiten en besloot ik om gewoon op pad te gaan, op zoek naar goed werk. Al snel vond ik een baan bij een onderzoeksbureau. Mijn salaris was daar 20 pound per dag, omgerekend zo’n €2,50. Het was weinig, maar dat vond ik helemaal niet erg: als ik maar werk had. Al snel begon ik weer wat losser te komen en lukte het om me aan te passen aan de omgeving. Toen ik daar twee maanden werkte, kreeg één van mijn collega’s een sms van een grote Europese telefoonmaatschappij: ze waren voor hun callcenter op zoek naar mensen die goed Engels spraken.
Ik aarzelde geen moment en stuurde een e-mail. Tot mijn geluk werd ik meteen uitgenodigd voor een gesprek en ben ik aangenomen. In augustus 2015 kreeg ik een uitgebreide training, en kort daarop kon ik beginnen als ‘International Account Adviser’. Daar werk ik nu een aantal maanden en inmiddels kijk ik tegen een mooie promotie aan.
Het gaat nu heel goed met mij. Ik ben nu officieel in dienst bij de grote Europese telefoonmaatschappij en heb het daar enorm naar mijn zin. Ook met mijn broertje gaat het goed. Hij moest eigenlijk het leger in, maar is om medische redenen afgekeurd. Daar was ik erg blij mee. Inmiddels heeft hij ook een baan, hij werkt in een callcenter en is daar supergelukkig mee. Als mijn broer en ik in Nederland waren gebleven, werkten we nu ongetwijfeld voor een schoonmaakbedrijf of waren we in de illegaliteit terechtgekomen. Nu hebben we een mooie toekomst voor de boeg, dat hadden we in Nederland niet.”