Tekst Sandra van Egmond
Foto Inge van Mill
Burgemeester Loohuis van Hoogeveen stond in augustus 2014 op de Etna in Italië toen staatssecretaris Fred Teeven belde: ‘Morgen beginnen we in Hoogeveen met het ombouwen van voormalig gevangenis De Grittenborgh tot een azc.’ Drie dagen later lag er een plan van aanpak. Projectleider Gert Bolkesteijn: “De gemeente nam vanaf het begin de regie.We hebben veel moeite gestoken in het bevorderen van draagvlak.”
Hoewel het telefoontje van de staatssecretaris de gemeente overviel, was dat voor Hoogeveen geen probleem. Bolkesteijn: “De burgemeester zei: ‘De gemeente wil graag meewerken, maar morgen is te snel.’ We wilden graag zelf het tempo bepalen; als de bevolking in opstand komt, is dat toch ook niet in Den Haag, maar in de gemeente? Wel hebben we vanaf het begin gezegd: we gaan deze klus samen met het COA klaren.”
Knopen doorhakken
De Hoogeveners kregen snel duidelijkheid over de vestiging van het azc. “Ik ben een groot voorstander van interactie met inwoners, maar een azc leent zich daar niet voor”, blikt Bolkesteijn terug. “Als je vraagt waar het azc moet komen, zegt iedereen: niet in mijn achtertuin. De gemeente moet zelf knopen doorhakken. Tijdens het persmoment op 15 september en de informatiebijeenkomst voor inwoners twee dagen later konden we helder zijn: vanaf februari komen er duizend asielzoekers in voormalig gevangenis De Grittenborgh. Daarnaast hadden we afspraken met het COA gemaakt over werkgelegenheid, infrastructuur, sociale veiligheid en onderwijs. Iedereen, voor- en tegenstanders, wil weten waar hij aan toe is.”
Arbeidsplaatsen
Werkgelegenheid was een belangrijk thema voor Hoogeveen. Bolkesteijn: “Drie dagen na het telefoontje van Teeven hadden we afspraken gemaakt met het COA. Zo eisten we min of meer dat de werkgelegenheid in De Grittenborgh terugkwam. Dat had natuurlijk grote invloed op het draagvlak. In de gevangenis werkten destijds meer dan tweehonderd mensen, dus de sluiting was een behoorlijke aderlating voor de werkgelegenheid en er werden allerlei acties gevoerd. Door de vestiging van het azc zijn zo’n tweehonderd nieuwe arbeidsplaatsen ontstaan voor mensen uit Hoogeveen en directe omgeving. Bij het COA, maar ook bij de leveranciers voor schoonmaak, medische diensten en beveiliging. Volgens de afspraken is een derde van de arbeidsplaatsen gevuld met ervaren COA-personeel, een derde met oud-DJI medewerkers en een derde komt uit de kaartenbak met langdurig werkelozen.”
Integratie in de wijk
De gemeente zette vanaf het begin in op integratie in de wijk. “We wisten al snel dat er veel Syriërs kwamen die een verblijfsvergunning zouden krijgen voor vijf jaar”, zegt Bolkesteijn. “Die moesten zo snel mogelijk integreren in de samenleving. Daarom hebben we het onderwijs niet bij het azc georganiseerd, maar op twee basisscholen in de wijk. De ouders lopen met hun kinderen naar school en hebben dagelijks contact met Nederlandse ouders. Feesten zoals Koningsdag en Sinterklaas worden gezamenlijk gevierd. Zo ontstaat betrokkenheid in de wijk. Autochtonen die eerst beren op de weg zagen, hebben de asielzoekers geaccepteerd. Vorig jaar hebben wijkbewoners en asielzoekers samen een open dag georganiseerd op het azc.”
Weerstand
Maar natuurlijk was er ook weerstand. Vlak na de aankondiging van het azc verscheen een ‘Anti azc Hoogeveen’-Facebookpagina die in korte tijd zesduizend keer werd geliket. Bolkesteijn: “Op die pagina werd opgeroepen om te gaan rellen, De Grittenborgh te bekladden en de burgemeester werd bedreigd. De politie ontdekte wie het waren en heeft de oproerkraaiers vriendelijk verzocht niet naar de informatiebijeenkomst te komen. Tijdens de bijeenkomst werden natuurlijk kritische vragen gesteld, maar was er geen geschreeuw of gedoe. Op de Facebookpagina bleef het de dagen erna stil. Dat er meteen draagvlak was bij de bevolking bleek uit het grote aantal mensen dat zich na de bijeenkomst aanmeldde voor vrijwilligerswerk op het azc.”
Onderzoek draagvlak
Eind vorig deed de Universiteit van Amsterdam onderzoek naar draagvlak voor het azc in Hoogeveen. De universiteit doet al vier jaar onderzoek en wil weten hoe het draagvlak voor de vestiging van azc’s zich ontwikkelt binnen de Nederlandse samenleving. Bolkesteijn: “Tachtig studenten zijn hier een week geweest en hebben ongeveer zeshonderd Hoogeveners geïnterviewd. De belangrijkste uitkomst was dat 83% neutraal tot overwegend positief stond tegenover asielzoekers in Hoogeveen. Bij de vraag of het azc moest blijven, zei slechts 14% ‘weg ermee’. Opvallend was ook: hoe dichter je bij het azc kwam, des te positiever waren mensen over de opvang van vluchtelingen.”