Foto Kick Smeets
Toen de situatie in Afghanistan deze zomer in snel tempo verslechterde, voorzagen Jan Dirk van Iperen (COA) en Matthieu van Pijkeren (IND), al dat er werk voor hen aan de winkel zou zijn. Samen gingen ze aan de slag in de opvanglocatie van het eerste uur: Zoutkamp.
Van Iperen is een doorgewinterde COA-locatiemanager: in zijn lange loopbaan bij het COA maakte hij het op- en afschalen van locaties meermaals mee. "Al toen de Verenigde Staten aankondigden dat zij zich zouden terugtrekken uit Afghanistan, voelde ik aankomen dat dit iets voor ons ging betekenen", blikt hij terug. "Maar dat ik er zelf zo bij betrokken zou zijn, had ik niet kunnen voorspellen. Op 12 augustus kreeg ik een telefoontje: heb je morgen wat te doen? Kun je anders even naar Zoutkamp rijden om te kijken of we in de kazerne een opvanglocatie voor Afghaanse evacués kunnen maken? In het weekend dat daarop volgde, hebben we plannen gemaakt voor de mogelijke inrichting. Die maandag kregen we formeel de opdracht om de opvang in Zoutkamp te realiseren en vrijdag kwamen de eerste bussen met Afghanen."
Regeling voor tolken
Ook bij Van Pijkeren begon het met een telefoontje. "Ik werk normaal gesproken als manager bij de IND in Ter Apel", vertelt hij. "Mijn plv. directeur belde mij op: jij weet toch veel van de regeling die wij voor Afghaanse tolken hebben? Dan heb ik een klus voor je: wil jij kijken of we in Zoutkamp een hoor- en beslisproces kunnen inrichten voor 400 Afghaanse evacués? Ik heb het hele weekend in Zoutkamp gezeten om voor te bereiden. We hadden geen tijd te verliezen, want na vijf dagen kwamen de evacués al aan."
Veel hulp aangeboden
Dus moest er in korte tijd van alles uit de grond gestampt worden. Van Iperen: "Van Defensie kregen we de sleutel en een plattegrond van een legeringsgebouw met hoofdzakelijk slaapzalen. Daarna kwam er voor ons werk aan: we moesten een recreatiezaal maken, een eetzaal, personeel aantrekken. Vooral dat laatste bleek lastig; er is bijna geen personeel te vinden. Gelukkig meldden zich collega’s vanuit het hele land die bij wilden springen. Ook maken we gebruik van vrijwilligers en bood het Rode Kruis hun hulp aan. Al deze steun was bijzonder welkom. Inmiddels staat er een team met een aantal ervaren medewerkers, aangevuld met nieuwe krachten. Wat vooral van belang is, is dat mensen creatief zijn en willen aanpakken. Dat hebben we hier nodig. Ik ben dan ook heel blij met alle hulp die we aangeboden kregen. Het is mooi om te zien hoe iedereen samenwerkt voor dit gemeenschappelijke doel: deze mensen zo snel mogelijk helpen. Normaal gesproken dienen organisaties vaak hun eigen belangen, maar hier vallen alle schotten weg en werken we allemaal samen."
Teddybeer
Ook vanuit de samenleving kwamen er attenties. "Mensen kwamen kleding en tekeningen aan de poort brengen", vertelt Van Iperen. "Maar ook van bedrijven en particulieren kregen we allerlei aanbiedingen. Er was een gezin dat vanuit Almere naar ons toe was gekomen omdat hun dochter haar teddybeer wilde brengen, dat vond ik wel indrukwekkend. Uiteindelijk kregen we meer dan we aankonden. We hebben daar nu meer structuur in aangebracht."
Belangstellingsregistratie
Van Pijkeren herkent die betrokkenheid. "In Zoutkamp hadden we ook IND’ers nodig om een procedure op te zetten. We openden een belangstellingsregistratie, waar direct 150 reacties op binnenkwamen. Ook werd ik gebeld door collega’s: kan ik ergens komen helpen? Dat is fantastisch natuurlijk. We hebben voor Afghaanse tolken al langer een speciale procedure, die we nu voor deze groep ook wilden inzetten. We dachten aanvankelijk dat het om 400 mensen zou gaan, maar dat werden er 2.000."
Ontreddering
Zowel op Van Iperen als op Van Pijkeren maakte de aankomst van de evacués diepe indruk. Van Iperen: "De ontreddering op die gezichten, de vermoeidheid. Deze mensen waren dagen onderweg geweest, het was een lange en gevaarlijke reis, ze hadden honger. Dat beeld raak je niet meer kwijt. Gelukkig knapten ze snel op. Ze kregen kleding van het Rode Kruis, konden bij ons douchen en slapen. De volgende dag zagen ze er al heel anders uit en waren de kinderen alweer aan het spelen."
Eenhoorn-ballon
Van Pijkeren: "Er was een vrouw met een dochtertje die haar man al zes jaar niet meer had gezien. Samen met haar dochtertje klampte ze een collega van mij aan; haar man stond buiten bij het hek te wachten, kon ze even naar hem toe? We dachten snel na: niet alleen wilden we dit gezin natuurlijk snel met elkaar herenigen, ook zou dat betekenen dat we een bed vrij hielden waar weer iemand anders in kon. 'Stap maar bij mij in de auto, dan breng ik je naar je man', zeiden wij. In de auto reden we naar de poort, maar daar stond hij niet. We reden verder naar een andere poort, toen het dochtertje vanaf de achterbank begon te roepen: papa! Papa! Daar stond een man bij het hek, met een grote eenhoorn-ballon in zijn hand. We hadden de auto nog niet stilgezet, maar de vrouw en haar dochter sprongen er al uit. Wat was dit gezin blij om elkaar weer te zien. Dan is het wel moeilijk om je tranen binnen te houden hoor."
Dagbesteding
Nu de eerste start is gemaakt, wordt er in Zoutkamp naar de toekomst gekeken. "De opvang in deze kazerne is tijdelijk, maar een zinvolle dagbesteding is ook hier belangrijk", zegt van Iperen. ‘We willen verveling tegengaan. Dus zijn we nu aan het kijken hoe we dit vorm kunnen geven. Hetzelfde geldt voor de kinderen: die moeten naar school. We voeren nu gesprekken met scholen in de omgeving om te kijken wat er mogelijk is. Gelukkig kunnen we ook bij hen rekenen op aanbod."
Loket
Ook de IND heeft flinke vorderingen gemaakt. "We hebben op alle opvanglocaties een loket ingericht waar de evacués terecht kunnen met hun vragen", vertelt Van Pijkeren. "Ook zijn we gestart met het maken van een planning voor de gehoren. De komende weken willen we in ieder geval realiseren dat iedere vreemdeling een gesprek met een advocaat heeft gehad. Ook gaan we starten met de gehoren."
Uitdagend, maar succesvol
Ondanks alle hectiek, zou Van Iperen het zo weer doen. "We kijken terug op een uitdagende, maar succesvolle eerste ontvangst. Ik werk al heel lang bij het COA en heb van alles voorbij zien komen, maar dit zijn wel de gebeurtenissen waar ik graag voor uit mijn bed kom."