Tekst Karin Lassche
Foto Olivier Middendorp
In het lokaal ketenoverleg (LKO) bespreken ketenpartners de samenwerking en de strategie rond individuele asielzoekers. Het gezamenlijke doel: de strategie afstemmen rond een asielzoeker die moet vertrekken of overlast veroorzaakt, om zo te komen tot een toekomstbestendige oplossing. Hoe ziet dat eruit? Een kijkje bij een LKO in Amsterdam.
Op tafel staan flesjes water, aan de muur prijken foto’s van typisch Hollandse taferelen. In de hoeken verraadt speelgoed dat hier niet alleen vergaderd wordt. Plaats van handeling: de noodopvang aan de Hogehilweg in de Amsterdamse Bijlmer. Aanwezig: casemanagers Safa, Mirella en adjunct locatiemanager Jannie van het COA, brigadier en Aangewezen Ambtenaar Eric van de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel van de politie (AVIM), en regievoerder Patrick (DT&V). Annika van de IND is er normaal ook bij, maar kon dit keer niet.
Snel naar de inhoud
De voorzitter, Patrick, opent de vergadering en de deelnemers duiken al snel de inhoud in. Is het bijvoorbeeld mogelijk om in dit overleg ook te spreken over alleenstaande minderjarige asielzoekers van een naburige locatie? Binnen vijf minuten vliegt het eerste actiepunt over tafel: COA gaat na of die behoefte er is. Ook de hoge instroom en bijbehorende capaciteitsproblemen komen al snel ter sprake. ‘De AVIM is straks mogelijk drukker dan normaal met het verlenen van bijstand in de asielprocedure’, vertelt Eric. De ketenpartners moeten er rekening mee houden dat er dan minder personeel beschikbaar is voor bijvoorbeeld de aanpak van overlastgevende asielzoekers in de binnenstad en de meldplicht voor overlastgevers in het AZC Willinklaan.
Patrick informeert hoe het vervoer loopt van asielzoekers naar Schiphol door de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O). Safa weet dat de no show hoog is, maar dat ligt niet aan het uitreiken van de ophaaltijd. De afspraak is dat mensen zich een dag van tevoren melden om de afgesproken tijd te vernemen. Doen ze dat niet, dan lopen COA-medewerkers langs de bewoners die het betreft.
Vertrekstrategie
Dan is het tijd voor het bespreken van casussen, een vast agendapunt van het LKO. Hierbij wordt de vertrekstrategie rond afgewezen asielzoekers besproken, waarbij feiten en omstandigheden uit het dossier worden gedeeld. Ook is er aandacht voor vreemdelingen die overlast veroorzaken. Worden de ketenpartners het niet eens over de vertrekstrategie of stokt de uitvoering, dan kan die worden geagendeerd in het Regionaal afstemmingsoverleg (RAO). In dat geval buigen ook de managers van de ketenpartners zich erover.
Omdat iedere partij zijn eigen rol heeft bij in de migratieketen, is goede samenwerking en afstemming cruciaal. De regievoerder van DT&V is in the lead voor het regelen van het vertrek van de afgewezen asielzoeker, maar is daarvoor afhankelijk van de ketenpartners. Van COA bijvoorbeeld, omdat zij gaan over de opvang.
Afhankelijkheid is er ook van de IND, omdat die lopende procedures afhandelt. En niet te vergeten van de politie, die als ‘sterke arm’ de bevoegdheden heeft om toezichtsmaatregelen op te leggen en een machtiging tot binnentreden af te geven bij een staandehouding door de DV&O. Daar komt bij dat de regievoerder bij het regelen van het vertrek te maken heeft met allerlei termijnen, zoals de geldigheid van reisdocumenten. Of, zoals op deze locatie vaak het geval is, de uiterste overdrachtsdatum aan een andere EU-staat. Momenteel zijn er namelijk veel asielzoekers die al elders in Europa staan geregistreerd. Op grond van het Dublin-verdrag kan Nederland het land waar de asielzoeker al bekend is, verzoeken hem of haar over te nemen.
Vertrouwen
In de praktijk kan er van alles anders lopen dan gepland. Dit keer wordt een geplande staandehouding besproken die op een haar na niet is gelukt: de betrokkene bleek alweer vertrokken toen AVIM arriveerde. Sommige afgewezen asielaanvragers weten dat op de meldplicht een staandehouding kan volgen in aanloop naar vertrek uit Nederland, en maken zich daarom vaak snel weer uit de voeten.
Jannie vindt dat het de taak van de DT&V is om mensen die opgehaald worden mee te nemen naar de spreekkamer tot de politie er is: 'Als wij dat als COA-medewerkers doen, dan is dat funest voor het vertrouwen. Die werkwijze ken ik ook zo van andere locaties.' Patrick vindt dat uitzonderingen mogelijk moeten zijn. 'AVIM was dicht in de buurt, de man hoefde niet eens mee naar een spreekkamer. Als ik aanwezig kan zijn bij de wekelijkse meldplicht, zal ik dat doen. Maar als dat een keer niet lukt, hoop ik wel dat jullie het overnemen. We moeten er voor elkaar zijn.' Gezamenlijk besluiten de leden van het LKO de man de volgende week vroeg in de ochtend alsnog van zijn bed te lichten.
Last but not least krijgen incidenten op de locatie aandacht. De bedoeling is niet alleen grote maar ook kleine voorvallen te bespreken, juist om erger te voorkomen. Dat gebeurt mede aan de hand van de ‘Top X’ lijst. De medewerker van de IND heeft de status van diverse overlastgevers op die lijst gemaild, Eric vult deze aan met informatie van AVIM. Wordt vervolgd over twee weken, bij het volgende overleg.
‘Samenwerking is goed, maar er mag meer discussie zijn’
Het LKO is een periodiek overleg op uitvoeringsniveau voor en door de ketenpartners die samenwerken op een opvanglocatie: in ieder geval de DT&V, het COA en AVIM en de IND. Soms worden andere partijen toegevoegd als dat meerwaarde heeft, zoals de gemeente, de Raad voor de Kinderbescherming, de wijkagent, ketenmariniers, Nidos of Vluchtelingenwerk Nederland (VWN). Tot enkele jaren geleden werd gesproken van lokale terugkeeroverleggen (LTO), voorgezeten door DT&V. In 2019 is dit veranderd in LKO, waarbij iedere ketenpartner vreemdelingen kan agenderen. Ook het voorzitterschap kan rouleren.
De Leidraad Terugkeer en Vertrek biedt een overzicht van de rollen, taken en bevoegdheden van iedere partner in het vertrekproces, de samenwerking tussen de organisaties en de overkoepelende werkafspraken. De Leidraad is gericht op de gebieden waar het werk van de verschillende organisaties in de keten elkaar raakt, en dient als naslagwerk wanneer de samenwerking om verheldering vraagt.
Afgelopen najaar verscheen het rapport ‘Verantwoord vertrek’ van de Inspectie Justitie en Veiligheid. Die concludeert dat de samenwerking in het LKO goed is, en dat medewerkers van de ketenpartners elkaar goed kunnen vinden en relevante informatie delen die niet via systemen kan worden uitgewisseld. Wel vindt de Inspectie dat medewerkers van het COA, de AVIM en de IND weinig tegenspraak bieden als het gaat om de ingezette strategie van de regievoerder. Ook komt het weinig voor dat een casus wordt opgeschaald. De aanbeveling is om meer discussie en tegenspraak te organiseren. Dit om te komen tot een beter inhoudelijk gesprek.