Tekst Karin Lassche
Foto Phil Nijhuis

Met de komst van de Joint Reintegration Services (JRS) van Frontex kunnen EU-lidstaten onrechtmatig verblijvende personen terugkeer- en herintegratiebegeleiding bieden in veel landen van herkomst. En dat niet alleen bij zelfstandig, maar ook bij gedwongen vertrek. Dit betekent ook voor Nederland een belangrijke uitbreiding van ‘het terugkeerlandschap’, met een sleutelrol voor de regievoerders van de DT&V.

De meeste mensen kennen Frontex vooral als Europese grens- en kustbewakingsorganisatie. Maar dat is allang niet meer het enige dat Frontex doet. Mede op nadrukkelijke wens van Nederland heeft Frontex een rol gekregen in alle fasen van het terugkeerproces.  Elke lidstaat draagt bij aan de bekostiging en kan de mogelijkheden benutten. Dit jaar heeft JRS al bijna 100 miljoen euro uitgetrokken voor terugkeeractiviteiten.

DT&V stond aan de wieg van de JRS: de oprichting van dit programma begon bij de overdracht van het European Return and Reintegration Network (ERRIN), dat DT&V samen met andere lidstaten en de Europese Commissie jaren geleden in het leven riep. Binnen ERRIN werkte DT&V samen met partijen in het land van herkomst voor steun bij herintegratie van vreemdelingen die gedwongen terugkeerden. Dat is uitgegroeid tot de huidige JRS.

Efficiënter en uniformer

De komst van JRS is een belangrijke stap naar meer uniformiteit binnen Europa op het gebied van terugkeer- en herintegratieondersteuning. Beoogd wordt dat terugkeerders niet meer kunnen ‘shoppen’ bij verschillende lidstaten, dat de efficiëntie toeneemt én dat lidstaten onderling meer samenwerken. Bijvoorbeeld omdat zij nu makkelijker samen kennis kunnen uitwisselen en knelpunten signaleren en aanpakken. Bovenal moet dit ertoe leiden dat meer mensen zonder verblijfsrecht gebruikmaken van de mogelijkheid om met perspectief terug te keren, en het Europese continent daadwerkelijk verlaten.

frontex 1
Van links naar rechts: Kees Lindhout, Zouhair Najjar en Peter Bos van het programmateam JRS Frontex bij DT&V

Op dit moment maken al 24 lidstaten gebruik van de diensten van JRS. JRS werkt hierbij samen met een breed netwerk van partnerorganisaties in landen van herkomst. Er zijn nu vijf grote Reintegration partners: Caritas International Belgium, IRARA, Weldo, ETCC en Life Makers Foundation Egypt. Gezamenlijk hebben zij vestigingen in 43 landen, en per 1 april 2024 komen daar nog 27 landen bij.

Nieuwe optie

In Nederland is de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) samen met enkele ngo’s  de vaste samenwerkingspartner van DT&V voor vertrek- en herintegratieondersteuning bij zelfstandig vertrek. Nu komt JRS daar bij. ‘JRS biedt regievoerders een extra tool,' vertelt Zouhair Najjar. Hij is lid van het programmateam bij DT&V dat zich inzet voor de implementatie van JRS. ‘Bovendien kunnen we via JRS ook ondersteuning aanbieden aan vreemdelingen die gedwongen vertrekken.’ 

'JRS biedt regievoerders een extra tool'

De vreemdeling is overigens niet verplicht om gebruik te maken van de mogelijkheden van JRS: naast terugkeer met IOM en met de ngo’s is JRS een nieuwe optie. Najjar: ‘De regievoerder gaat in gesprek, legt de mogelijkheden voor en faciliteert via welke organisatie de terugkeer wordt geregeld.’

Ondersteuningspakket

De ondersteuning via JRS omvat zowel voorbereiding van het vertrek door de DT&V, het vertrek zelf als ondersteuning na vertrek door een lokale dienstverlener. Het post arrival package voorziet in de behoefte van de eerste dagen na aankomst. De post return- ondersteuning biedt hulp in het eerste jaar na terugkeer, vooral in natura. Hierbij valt te denken aan ondersteuning op het gebied van wonen, werk of opleiding. Bij zelfstandig vertrek is hiervoor een budget van 2000 euro beschikbaar. Bij gedwongen terugkeer krijgt de vreemdeling een eligibility form mee. Die is in te zetten tot zes maanden na terugkeer, en vertegenwoordigt een waarde tot 1000 euro.

frontex 2
Programmamanager Kees Lindhout online in gesprek

Experimenteren in ‘sprints’

Om uit te vinden wat de inzet van JRS vraagt aan aanpassingen aan capaciteit en werkwijze van DT&V en haar relaties, wordt in een programma onder leiding van Kees Lindhout gewerkt in zogeheten ‘sprints’. Het doel van de sprints is het beheerst opdoen van ervaring, en op basis daarvan met elkaar te leren hoe JRS het beste kan werken in de praktijk.

In de eerste sprint is nu een groep van 24 regievoerders aan de slag met JRS onder intensieve begeleiding. Programmamanager Lindhout: ’Wekelijks hebben we een afstemmingsoverleg waarin voortgang, ervaringen, vragen, blokkades en oplossingen worden besproken. Na  drie maanden volgt een evaluatie, waarin we goed kijken naar wat we hebben geleerd, wat ons heeft geblokkeerd en wat er beter kan. Die inzichten nemen we mee in het plan voor de volgende sprint. Zo worden we stap voor stap steeds beter in het toepassen van JRS.’

frontex 3
Wekelijks praat het programmateam online bij met de regievoerders in de eerste sprint

Ook IOM en ngo’s zijn betrokken bij de sprint, bijvoorbeeld om te horen hoe zij aankijken tegen de inzet van JRS voor bepaalde groepen en landen. Verder nodigt DT&V ngo’s uit de diensten van JRS aan te bieden aan vreemdelingen die zich bij hen melden.

Terugkeer van a tot z

Zouhair Najjar, die zelf zeven jaar werkte als regievoerder, denkt dat de inzet van JRS het werk van de regievoerder leuker en uitdagender zal maken. ‘Destijds stopte ik veel tijd in gesprekken, maar op het moment dat iemand besloot om mee te werken aan vertrek, ging diegene door naar IOM. Met JRS kunnen we alles wat de terugkeerder nodig heeft ook daadwerkelijk regelen en monitoren. Zo zijn we van a tot z verantwoordelijk voor het terugkeerproces, en dat geeft veel voldoening.’