Tekst Sofie Smets
Foto Martine Hoving
Toen Nashwan 11 jaar oud was, vluchtte hij met zijn ouders uit Irak. Hij kwam uiteindelijk in een azc in Nederland te wonen. Precies 25 jaar later begon hij dit jaar bij het COA als projectleider Vastgoed & Facilitair. Voor VreemdelingenVisie blikt Nashwan terug op zijn komst naar Nederland en wat er in tussentijd is veranderd in de opvang van asielaanvragers.
‘Ik werkte nog maar 2 maanden bij het COA, toen ik bedacht: hé, het is precies 25 jaar geleden dat ik zelf aankwam in Nederland’, aldus de 38-jarige Nashwan. Als projectleider gespecialiseerd in verduurzaming geeft hij vooral maatwerkadvies, onder andere op locaties in Hoogeveen, Schalkhaar en Budel. En dat roept herinneringen op. ‘Als ik nu een ruimte binnenloop, sta ik meteen stil bij de sfeer. Hoe zou ik het hebben gevonden 25 jaar geleden, als ik hier zou hebben gelopen? Ik kijk nog door de ogen van een nieuwkomer.’
Veilige sfeer
En daarom vallen Nashwan bepaalde dingen extra op. ‘Sommige entrees kunnen er best eng uitzien voor kinderen, met hekken bijvoorbeeld. Als kind kun je dan denken dat je een gevangenis ingaat. Dan adviseer ik om de ruimte zoveel mogelijk te laten lijken op elke andere instelling of openbaar gebouw. Door het creëren van een uitnodigende en veilige sfeer, vergroot je de kans dat bewoners vanaf het begin al bepaalde interactie aangaan en betrokken raken.’ Want eenmaal achter ‘de hekken’ is er volgens Nashwan veel veranderd. ‘Als ik zie hoeveel activiteiten er worden aangeboden voor kinderen en alle begeleiding die de bewoners krijgen, dan doet dat me goed.’
Het moment
‘We zijn rooms-katholiek en dat betekent dat je in Irak tot de minderheid behoort. Je voelde altijd een vorm van gevaar, mede doordat christenen in het Midden-Oosten verbonden worden aan het Westen en vaak ook haar politieke activiteiten. Ik leefde in twee werelden: binnenshuis en buitenshuis. Zo sprak ik buitenshuis bijvoorbeeld Arabisch, en thuis Aramees. Ook wilden mijn ouders een betere toekomst voor ons. Daarom vertrokken we, net als de rest van onze familie, richting de Verenigde Staten. Ik groeide op met het idee dat er ergens een moment kwam dat mijn ouders zouden zeggen: ‘Pak je spullen. We vertrekken.’'
In een busje reisde het gezin naar de eerste stop: Jordanië, het eerste stabiele land op de route. ‘We woonden een jaar in een krap appartement, waar we met z’n vijven in één groot bed sliepen. Het idee was om hier een maand te blijven maar dat werd veel langer. Ik zag het als 11-jarige vooral nog als een avontuur. Het was spannend, ik ging misschien wel vliegen. Je creëert je eigen wereld, met een eigen verhaal. Met terugwerkende kracht weet je hoe gestrest je ouders toen waren. De problemen bleven ons achtervolgen. Het geld raakte op, en de schulden bleven stijgen.’
Lingo
De volgende stop op de route naar de VS was Nederland. Na twee jaar in Jordanië te hebben gewoond, vertrok Nashwans vader alvast naar Nederland. Dat was financieel op dat moment de beste optie. ‘We dachten dat we snel in aanmerking zouden komen voor gezinshereniging, maar dat bleek lastiger dan gedacht. Uiteindelijk hebben we nog meer geld kunnen lenen van familie en zijn mijn zusjes, mijn moeder en ik naar Nederland gereisd. We kwamen aan in het aanmeldcentrum in Rijsbergen en daarna in het opvangcentrum in Best. Ik zag de fietspaden, de wegen, de natuur. Ik vond het gaaf in Nederland! Het idee van structuur gaf me een veilig gevoel. Nadat ik in een azc woonde in Leersum, kregen we een woning aangewezen in Woudenberg. Weken werden maanden, maanden werden jaren… Inmiddels sprak ik al een beetje Nederlands. Dat leerde ik van het Klokhuis en het Jeugdjournaal! Met het hele gezin leerden we ook veel van Lingo. We zijn nooit meer uit Nederland vertrokken. We raakten steeds meer met het land verbonden en het idee om naar de VS door te reizen vervaagde. Het blijft tegenwoordig bij vakanties, om familie te zien bij gelegenheden zoals bruiloften. En als we na een aantal weken terugvliegen naar Nederland, zijn we blij weer thuis te zijn.’
Een warmer welkom
Nashwan heeft in de afgelopen 25 jaar veel zien veranderen: ‘Ik heb het idee dat asielzoekers toen een warmer welkom kregen. De mate van tolerantie is nu niveaus lager dan eind jaren 90. Vroeger werd er meer tijd genomen om iemand en zijn achtergrond te leren kennen. En werd ook meer tijd genomen om iemand de Nederlandse cultuur te leren, zowel in de directe omgeving als bijvoorbeeld op de markt. Dat ervaar ik ook nog steeds en wat dat betreft kunnen we best veel van het verleden leren.’