Tekst DT&V
Foto Mediatheek Rijksoverheid

Asielzoekers uit veilige landen die hier overlast veroorzaken moeten zo snel mogelijk terug naar het land van herkomst, is de heersende opinie. Maar in de praktijk is dat nog niet zo eenvoudig. Wat staat uitzetting in de weg?

Al geruime tijd hebben verschillende gemeenten op en rond COA-locaties te maken met incidenten en overlast van asielzoekers, zoals overlast in het openbaar vervoer, winkeldiefstal, vernielingen, vechtpartijen en overmatig alcohol- en drugsgebruik. Daarbij gaat het veelal om jonge mannen uit veilige landen als Algerije, Egypte, Marokko en Tunesië. Hun kans op een verblijfsvergunning is nagenoeg nihil. Ook hebben ze vaak al eerder asiel aangevraagd in een ander Europees land. De asielaanvraag lijkt vooral te dienen om tijdelijk in een opvanglocatie in Nederland te kunnen verblijven.

Medewerking ambassade

Het is een logisch streven om overlastgevers zo snel mogelijk uit te zetten naar het land van herkomst. Terugkeer is echter niet altijd eenvoudig te realiseren, vertelt Karlijn Wagenaar, adviseur bij DT&V: “Vaak hebben de overlastgevers geen geldige reisdocumenten. Dan moet er een laissez passer aangevraagd worden bij de diplomatieke vertegenwoordiging. De vreemdeling heeft de verplichting om aanknopingspunten te geven om zijn identiteit en nationaliteit te onderbouwen. Als er documenten zijn, worden die toegevoegd aan een aanvraag voor een laissez-passer. Een vreemdeling kan vervolgens gepresenteerd worden aan de diplomatieke vertegenwoordiging van het vermoedelijke land van herkomst. Die kan dan vaststellen of het een onderdaan betreft of niet. Als de identiteit niet onderbouwd of aannemelijk gemaakt kan worden, zijn diplomatieke vertegenwoordigingen vaak niet bereid om vervangende reisdocumenten te verstrekken. Ze kunnen dan immers niet vaststellen of het om hun onderdaan gaat. Er zijn enkele landen die, zelfs wanneer de identiteit wel is onderbouwd, weigeren een reisdocument af te geven voor gedwongen terugkeer.”

Uit beeld

Daar komt bij dat overlastgevers hun uitzetting doorgaans niet afwachten. Vaak kiezen ze eieren voor hun geld en verlaten ze de opvanglocatie. Vaak trekken ze naar de grote steden, waar ze verdwijnen in de illegaliteit. Ze komen dan pas weer in beeld wanneer ze worden opgepakt voor een strafbaar feit.
Vreemdelingenbewaring is een middel om te voorkomen dat iemand van de radar verdwijnt en ervoor te zorgen dat iemand beschikbaar is voor terugkeer. De mogelijkheden om afgewezen asielzoekers of Dublinclaimanten in bewaring te stellen, zijn echter beperkt, aldus Wagenaar: “Inbewaringstelling is aan allerlei voorwaarden gebonden. Vreemdelingenbewaring kan bijvoorbeeld alleen toegepast worden als een lichter middel zoals een meldplicht niet volstaat. Ook moet aangetoond zijn dat er een reëel risico bestaat op onttrekking aan het toezicht. Je kunt een vreemdeling niet in bewaring stellen alleen omdat hij de openbare orde verstoort. Overlast en strafbare feiten zijn alleen relevant als ze het risico op onttrekking ondersteunen. Bijvoorbeeld als iemand eerder met onbekende bestemming is vertrokken of gedrag vertoont waaruit blijkt dat hij niet van plan is Nederland te verlaten. Bewaring is al een ultieme remedie voor vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven. Het is juridisch gezien nóg lastiger om een vreemdeling in bewaring te stellen als er nog een asielprocedure loopt of als hij nog rechtmatig verblijf heeft hangende een overdracht aan een andere EU-lidstaat onder de Dublinverordening.”

Dossieropbouw

Uitzetten is dus niet eenvoudig, maar is ook niet het enige dat wordt gedaan om overlastgevers aan te pakken, zoals in de vorige VreemdelingenVisie uit de doeken werd gedaan. Evident kansarme asielaanvragen krijgen bijvoorbeeld voorrang en worden versneld afgedaan. Ook kunnen overlastgevers worden overgeplaatst naar een andere locatie, zoals een van de twee extra begeleiding en toezichtlocaties (ebtl). En wanneer sprake is van crimineel gedrag wordt het strafrecht ingezet. Dossieropbouw en informatieuitwisseling in de migratieketen zijn cruciaal om maatregelen te nemen, benadrukt Wagenaar. “Samenwerking en informatie delen zijn sleutelwoorden. Niet alleen in de vreemdelingenketen, maar ook met de strafrechtketen en gemeenten. Dat is ook belangrijk om tot in bewaringstelling over te gaan en uitzetting te kunnen realiseren.”