Tekst Wouter Jongepier
Foto Kick Smeets

De nieuwste toepassingen van Artificial Intelligence (AI), met ChatGPT als het bekendste voorbeeld, openen een wereld aan mogelijkheden. Laura Kreuk en Erik Oijen, medewerkers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), spraken er op de GDISC-conferentie 2023 met Europese migratiediensten over. Welke kansen bieden de nieuwe technologieën voor het dagelijks werk in de migratieketen? En met welke risico’s en ethische dilemma’s moeten we rekening houden?

Laura Kreuk
Erik Oijen

Een website bouwen in een paar seconden, een kant-en-klaar bezwaarschrift schrijven, of een financieel advies over investeringen: ChatGPT draait er zijn hand niet voor om. Soortgelijke algoritmes, gebaseerd op AI, bieden ontelbaar veel mogelijkheden voor een helpende hand bij het werk van migratiediensten. De Europese migratiediensten zien volop kansen, bleek tijdens de GDISC-conferentie 2023. Tegelijkertijd riepen de deelnemers op om de ‘donkere kant’ van AI goed in het oog te houden. Zoals de vraag hoe je als migratiedienst zelf echt van nep kunt onderscheiden.

GDISC-netwerk

Het GDISC-netwerk bestaat uit de hoofddirecteuren van de migratiediensten van 34 Europese landen. Het netwerk is bedoeld voor internationale samenwerking en het delen van kennis en ervaringen. De jaarlijkse GDISC-conferentie, die dit jaar op 13 en 14 april in Den Haag plaatsvond, stond in het teken van vragen als: hoe ziet migratie er in 2050 uit? Hoe benutten we tegen die tijd de kansen van nieuwe technologie? Erik van Oijen, innovatiemanager bij de Einsteinbrigade van de IND, begeleidde er een break-out sessie over digitale innovatie.

Samen werken aan technologie

‘We waren het op de conferentie allemaal eens: we moeten de mogelijkheden van AI serieus bekijken om de uitdagingen in de migratie het hoofd te kunnen bieden en het werk makkelijker te maken’, blikt Erik terug op GDISC. ‘En Europese landen moeten samenwerken bij de ontwikkeling van de technologie. Duitsland heeft bijvoorbeeld een toepassing ontwikkeld die taal en dialecten van Syriërs kan herkennen. Je krijgt dan automatisch een indicatie of iemand uit Syrië komt of niet. Zo’n programma kan een heleboel werk schelen! Bij de IND hebben we veel kennis van taalanalyse. Daarom zijn er plannen om, onder leiding van Nederland, deze Duitse technologie te combineren met analyse door linguïsten en dit in Europa toe te gaan passen. ’

Menselijk contact

Ook het automatisch zoeken naar jurisprudentie, de inzet van chatbots en automatisch omzetten van het gesproken woord in tekst, kan het werk van de migratieprofessional makkelijker maken. En in de toekomst kunnen misschien zelfs automatische besluiten genomen worden op aanvragen. Zweden experimenteert daar al mee bij de zogeheten 'positive cases', zaken waarin een vergunning wordt verleend. ‘Maar de leden van GDISC benadrukten ook dat menselijk contact, onze intuïtie en het handwerk van de migratieprofessional altijd nodig blijven, hoe goed de techniek ook is’, zegt Erik. ‘Dat is belangrijk, ook om de risico’s en de ethische dilemma’s van het werken met algoritmen goed in het oog te houden. Denk daarnaast aan privacy en dataveiligheid.’

Niet bang zijn voor AI

‘Veel mensen reageren best heftig als ze horen waar AI nu al voor wordt gebruikt’, weet Laura Kreuk, data scientist bij het Data Expertise Centrum van de IND. ‘Algoritmen bepalen steeds meer van wat je ziet. AI zit in WhatsApp, Telegram, in Microsoft teams en straks ook in Outlook en Gmail. Maar ik denk niet dat we bang moeten zijn om AI te gebruiken voor het werk. De Europese AI-verordening gaat de risico’s reguleren, zoals de vooroordelen die in een algoritme kunnen sluipen. We bereiden ons daar al op voor en ook al is die verordening er nog niet, zorgvuldigheid staat bij onze projecten voorop. We hebben bijvoorbeeld een ethisch adviseur in dienst. Alles wat we doen, doen we natuurlijk volgens de regels van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, de privacywetgeving en dataveiligheid.’

Klantvragen analyseren

Samen met haar collega’s van het Data Expertise Centrum werkt ze aan projecten waarmee de IND de eigen data beter kan benutten. 'Bijvoorbeeld: we analyseren de klantvragen die via de chat aan de IND worden gesteld. Zo heeft klantcommunicatie een actueel inzicht in de onderwerpen die voor aanvragers onduidelijk zijn. Onze collega’s kunnen de informatievoorziening daarop aanpassen.'

Prognosemodellen

Laura’s team werkt ook aan prognosemodellen die de hoeveelheid werk voorspellen, onder andere als het gaat om het documentenonderzoek. ‘Op basis van het aantal asielaanvragen dat is binnengekomen, berekent het model hoeveel documentonderzoeken we per week verwachten. Je weet dan hoeveel capaciteit je nodig hebt voor dit werk. Als het aantal aanvragen snel toeneemt, kun je je daar met zo’n model beter op voorbereiden. Het moet in de toekomst mogelijk zijn om met behulp van AI steeds meer inzicht te krijgen in al onze grote werkstromen. Stel je voor dat we de doorlooptijd van een asielaanvraag kunnen voorspellen. Je kunt dan duidelijk maken hoe lang asielzoekers moeten wachten en hoe lang mensen in de opvang blijven. Daar profiteert de hele migratieketen van.’

Data Expertise Centrum

Ideeën voor technologische vernieuwing bij de IND zijn er genoeg en collega’s melden die vaak zelf aan bij het Data Expertise Centrum. ‘Als er een goed en haalbaar idee is, werken we dat altijd samen met de collega’s uit tot een project’, zegt Laura. ‘Het team bestaat twee jaar, ze weten ons steeds beter te vinden. Voor een data scientist lijkt het hier wel een snoepwinkel, zoveel mogelijkheden zijn er nog. We pakken natuurlijk het liefst vragen op waar iemand meteen mee geholpen is.’

Einsteinbrigade

De Einsteinbrigade, een team van vier personen, staat klaar om innovatie op de IND-werkvloer aan te jagen. Erik: ‘Dat doen we bijvoorbeeld met de jaarlijkse Einstein Experience, dit jaar op 30 juni in de jaarbeurs in Utrecht, waar we met elkaar aan de slag gaan in workshops. Er is ook een digitale ideeënbus op ons intranet. Goede ideeën die toegevoegde waarde hebben voor de organisatie pakken we op. De brigade richt dan een experiment in of bouwt samen met partners een prototype waar medewerkers mee gaan werken. Zo hebben we bijvoorbeeld samen met het Data Expertise Centrum het idee van de Case Matcher (die in het IND-archief zoekt naar vergelijkbare zaken – red.) uitgewerkt. Zo proberen we het werk sneller, beter of makkelijker te maken.’