Tekst Dorien Bennink
Foto IND
In het buitenland kwetsbare vluchtelingen interviewen die door de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR zijn voorgedragen voor asiel in Nederland. Dát is het doel van de hervestigingsmissies die de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), net als migratiediensten van veel andere VN-lidstaten, regelmatig organiseren. Per jaar komen op deze manier 500 vluchtelingen naar Nederland.
Afgelopen februari gingen IND- en COA-medewerkers op hervestigingsmissie in Kenia. Ook was de IND samen met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) op werkbezoek in Ethiopië. Wat gebeurt er tijdens zo’n samenwerking over de grens? En wat is de rol van de Immigration Liaison Officer (ILO) van de IND?
Vluchtelingen geïnterviewd
Sandor de Gans, manager Team Hervestigingszaken bij de IND: ‘In Kenia zijn ongeveer 550 duizend door de UNHCR geregistreerde vluchtelingen, die vooral uit Burundi, Congo en Somalië komen. Het land heeft een nog niet geïmplementeerde Vreemdelingenwet en vluchtelingen kunnen vaak niet integreren. Dit maakt het voor hen moeilijk om in Kenia een bestaan op te bouwen. Tijdens de missie interviewden de IND en het COA in acht dagen verschillende Congolese en Somalische vluchtelingen. Vooraf stuurde de UNHCR ons de dossiers, inclusief informatie over bijvoorbeeld gezinssamenstelling en de reden voor de asielaanvraag. De IND gebruikt deze informatie en het interview om te beoordelen of iemand in Nederland een verblijfsvergunning kan krijgen. Uiteindelijk kwamen hiervoor 135 mensen in aanmerking.’
Direct duidelijkheid
Sandor: ‘Ook COA-medewerkers Martin Hobers en Vincent Witlox spraken met de vluchtelingen. Om in te schatten of mensen straks mee kunnen doen in de Nederlandse samenleving en om stil te staan bij hun huisvestings- en begeleidingsbehoeften. Hierdoor weten vluchtelingen beter wat ze kunnen verwachten. Na afloop van de missie besliste de IND, in overleg met het COA, welke vluchtelingen naar Nederland mogen komen. Voor de mensen die daar inderdaad voor kiezen, regelt de Nederlandse ambassade in Nairobi dan de papieren, zoals visa.’
Oprechte verhalen
IND-medewerkers Tim Sparla en Karlijn Gerwers deden alle interviews met de hervestigingskandidaten. Tim: ‘Het interviewen in de landen zélf is voor iedere missiedeelnemer een bijzondere ervaring. Wat opvalt, is dat de verhalen van de vluchtelingen heel oprecht zijn. Deze mensen hebben niet van anderen te horen gekregen wat ze moeten zeggen, maar vertellen hun eigen verhaal. Soms klinkt daar wanhoop in door, maar vaak ook niet. Wel zijn mensen vaak moe van de dagelijkse strijd om voor eten voor hun kinderen te zorgen, werk te vinden en medische behandelingen te krijgen. Van deze missie blijft me vooral een gezin bij dat met drie kinderen bij de IND-arts kwam voor een medische check. Het jongste kind bleek ernstig ondervoed en ziek. De arts schrok hier erg van en na overleg besloten we om direct de hulp van de UNHCR in te roepen. Het kind kon diezelfde dag nog naar het ziekenhuis, iets wat de ouders zelf niet konden betalen. Hierdoor hebben we misschien wel het leven van dit kindje gered.’
Werkbezoek Ethiopië
Na Kenia reisde een aantal IND-medewerkers door naar Ethiopië, om daar aan te sluiten bij een door DT&V gepland werkbezoek. Dat stond in het teken van het verbeteren van de samenwerking tussen de DT&V, IND en Ethiopische partners. ‘In 2018 heeft de EU met onder andere Ethiopië afspraken gemaakt over hoe zij meewerken aan de terugkeer van migranten die in Nederland geen verblijfsvergunning krijgen’, vertelt Jan Willem König, senior adviseur internationale aangelegenheden bij DT&V. ‘Vooral het proces voor het krijgen van vervangende reisdocumenten kan beter. Met het Ethiopische ministerie van Buitenlandse Zaken bespraken we wat er nodig is om dit te bereiken. Ook haalden we de banden aan met lokale instanties, die teruggekeerde mensen opvangen en begeleiden. Bijvoorbeeld met re-integratieprogramma’s, zodat ze weer kunnen bouwen aan een toekomst in Ethiopië en een eigen inkomen kunnen verdienen.’
De meerwaarde van samen optrekken
Jan Willem: ‘Het is niet vanzelfsprekend dat de IND en DT&V tijdens missies of werkbezoeken samen optrekken, maar het heeft absoluut voordelen. Tijdens een gesprek over terugkeerafspraken kan de IND, als toelatingsorganisatie, helder maken onder welke voorwaarden iemand legaal naar Nederland kan komen. De DT&V heeft financiële middelen om projecten te financieren die lokale migratiediensten helpen met professionaliseren. De IND kan deze projecten helpen invullen, bijvoorbeeld door de ILO (Immigration Liaison Officer – red.) hierbij te betrekken. Sowieso nemen we als DT&V bij buitenlandse bezoeken vooraf altijd contact op met de ILO. Die heeft namelijk goede contacten bij de lokale migratieautoriteiten en is het beste op de hoogte van regionale migratieontwikkelingen. Ook als ik in Nederland contact heb met buitenlandse ambassades over terugkeersamenwerking is het handig dat de IND aanhaakt. Om uit te leggen waaróm mensen soms niet in Nederland mogen blijven.’
Verbindende kracht van de ILO
IND-medewerker Keshia Hoogland is in Nairobi Immigration Liaison Officer (ILO) voor onder andere Kenia en Ethiopië. ‘Als ILO heb je de taak om irreguliere migratie tegen te gaan. Het loont dan om in landen zélf aanwezig te zijn. Dat maakt het makkelijker om verdachte reisbewegingen te signaleren en internationale samenwerkingen aan te gaan. Zo werkt het Ethiopische ministerie van Justitie inmiddels samen met Interpol, de Nederlandse politieattaché en de Nederlandse ambassade in Nairobi om verdachten van mensenhandel of mensensmokkel op te sporen. Daarnaast werk ik samen met DT&V aan goede terugkeerafspraken en het naleven daarvan. En dat is gelijk wat ik zo leuk vind aan dit werk: dat ik met zoveel verschillende organisaties op verschillende niveaus én in verschillende landen schakel.’