Tekst Sofie Smets
Foto © Marketiek
Het is binnenkort weer Wereldvluchtelingendag, een initiatief van de VN-Vluchtelingenorganisatie UNHRC. Op deze dag, ieder jaar op 20 juni, mogen we de veerkracht en moed vieren van mensen die noodgedwongen hun land ontvluchten. En als er iemand veerkrachtig is, dan is dat de 27-jarige Mo wel. ‘Als ik van tevoren wist hoe mijn leven zou lopen, had ik het niet overleefd.’
Toen de van oorsprong Jemenitische Mo wakker werd van het Russische bombardement in zijn woonplaats Charkiv, probeerde hij zijn huisgenoten te kalmeren. ‘Het was voor mij niets nieuws. Ik groeide op in Jemen met het geluid van bombardementen. En daarnaast dacht ik: dit gaat niet lang duren. Ik vertelde mijn Marokkaanse huisgenoten dat we ons niet te veel zorgen moesten maken. Dit is Europa. Dit wordt snel weer stabiel.’ Maar als snel kwam hij erachter dat hij het mis had.
Vergeten oorlog
Al jaren woedt er in Jemen een burgeroorlog. Met als gevolg een van de grootste humanitaire crises ter wereld. Miljoenen Jemenieten leven in hongersnood en hebben dringend humanitaire hulp nodig. ‘Ze spreken van honger’, zegt Mo. ‘Maar er vindt ook een gewelddadige oorlog plaats. Ik ken mensen die doodgaan vanwege de oorlog.’ Later vertelt hij dat een van zijn vijf zussen is overleden: ‘Ze kreeg een hartstilstand, omdat ze zo bang was tijdens een bombardement. Een van mijn zwagers overleed toen zijn werkplek werd gebombardeerd.’
Mo was de enige zoon in het gezin, dus wilden zijn ouders dat hij naar Europa vertrok. ‘Jonge jongens worden in Jemen gerekruteerd als soldaat. Daar wilden mijn ouders voor waken. Op mijn 17e vertrok ik naar Egypte, om daar een studentenvisum aan te vragen. In Jemen zijn namelijk vanwege de onveiligheid geen ambassades meer. ‘Jij bent onze toekomst’, zeiden mijn ouders dan. Met een flinke druk op zijn schouders vertrok Mo naar het Oekraïense Charkiv, waar hij eerst werkte in een shoarmazaak en de taal leerde, om daarna te starten met zijn studie Grafisch Ontwerp. ‘In het begin voelde ik me zo schuldig. Ik dacht steeds aan mijn familie. Ik heb wel warm water, en zij niet.’
Mo vond zijn draai in zijn nieuwe leven. Hij sprak de taal, rondde zijn studie af en daarna nog een master, maakte vrienden en deelde een huis met twee huisgenoten. ‘Ik was klaar om te werken. Geld te verdienen, een familie te starten. En toen viel Rusland Oekraïne binnen.’
In één moment
Met alleen een laptop en papieren op zak – want hij dacht dat hij snel zou terugkeren naar huis – vluchtte Mo naar de Poolse grens. ‘Mijn vrienden gingen terug naar Marokko. Ik kon nergens heen, want in Jemen is het niet veilig. Ik was weer alleen en mijn leven veranderde weer in één moment.
‘Mijn vader kende gelukkig via via een Jemenitische jongen van mijn leeftijd die in Delft woonde. Hij ving mij op, met zijn Jemenitische gastvrijheid! Hij zei dat ik naar Ter Apel moest, om daar asiel aan te vragen. Ik vertelde daar dat ik een derdelander was (een vluchteling uit Oekraïne met een tijdelijke Oekraïense verblijfsvergunning, red.) en werd direct met andere Oekraïners naar een opvangschip in Rotterdam gebracht.’
‘Dat was zo gezellig’, zegt Mo in het Nederlands. ‘Na een paar weken verhuisde ik naar een groter schip. Daar woonde ik vijf maanden met veel plezier.’ Tot hij zich moest melden in aanmeldcentrum Budel als ‘derdelander’.
‘Het was daar druk, chaotisch. Ik voelde me onveilig. Er werd veel gestolen en ik douchte zelfs met kleren aan. Ik voelde me depressief. Ik voelde me als Jemenitische asielzoeker anders behandeld dan als een Oekraïense. Ik heb het van beide kanten kunnen ervaren. Na een tijdje kreeg ik een transfer naar azc Leiden, waar ik gelukkig weer wat licht zag. Als ik van tevoren wist dat ik dit allemaal zou meemaken, had ik het niet op deze manier overleefd. Ik plan niet, want ik heb geen heldere weg voor me. Dus ik moet wel met de dag leven.’
Verantwoordelijk voor negen levens
Tekenles met ouderen, vrijwilligerswerk, betaald werk, studeren aan Leiden University; Mo zit sinds zijn verhuizing naar Leiden geen moment stil. Of dat gedrevenheid is? ‘Ik zou het eerder vluchten noemen. Ik wil niet heel de dag in het azc blijven. Dan word ik depressief. Veel bewoners zijn hier fysiek aanwezig. Maar hun ziel is ergens anders. Zo wil ik niet worden. Daarnaast wil ik bijdragen aan de community. Ik zie het als uitwisseling. Zo help ik bijvoorbeeld ouderen met klusjes en ik krijg tweedehandskleren. Alles wat ik nu aanheb (zie foto red.), heb ik gekregen.’
Ook voor zijn familie probeert Mo zo moedig mogelijk te blijven. En dat is zwaar. ‘Het voelt alsof ik verantwoordelijk ben voor negen levens. Voor mijn ouders, mijn zussen, hun gezinnen… De helft van elke euro die ik hier heb, stuur ik op naar familie. Soms weet ik niet meer hoe ik nog meer kan helpen.’
Na 1 jaar en 2 maanden te hebben gewacht, kreeg Mo onlangs zijn Nederlandse verblijfsvergunning. ‘De gemeente die mij is toegewezen is Alblasserdam. Ergens vind ik dat jammer, want ik heb hier zo hard gewerkt aan een netwerk. Ik heb alles hier. En er gaat niets boven Leiden natuurlijk! Maar ik moet dankbaar zijn ook al is dat soms vermoeiend – want je weet maar nooit hoe je leven kan lopen. Binnen één dag kan alles anders zijn.’
Aanmelden VreemdelingenVisie
Wil je de VreemdelingenVisie voortaan in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan bij de redactie en je krijgt een bericht als er een nieuwe editie van VreemdelingenVisie is gepubliceerd.